Translation of "Entscheide" in Dutch

Entscheide selbst!

- Beslis zelf!
- Bepaal zelf!
- Besluit zelf!

Entscheide dich!

Neem een beslissing!

Entscheide schnell, los!

Snel beslissen. Kom op.

Entscheide schnell. Los.

Snel beslissen. Kom op.

Entscheide dich besser schnell.

We moeten opschieten en besluiten.

Entscheide schnell, es ist kalt!

Jij beslist, maar schiet op, het is koud.

Beeile dich besser und entscheide dich.

We moeten opschieten en besluiten.

- Entscheide du.
- Du bestimmst.
- Sie entscheiden.

- Jij beslist.
- Jij bepaalt.
- U bepaalt.
- U beslist.
- Jullie bepalen.
- Jullie beslissen.

Du hast die Wahl, aber entscheide schnell!

Het is jouw beslissing, maar neem hem snel.

Entscheide schnell, es ist heiß hier draußen.

Jij beslist. Maar schiet op, het is hier heet.

Entscheide schlau und gemeinsam werden wir es schaffen.

Neem slimme beslissingen en we komen hier samen uit.

Entscheide also schnell, auf welchem Weg wir schneller vorankommen.

Dus schiet op en beslis... ...op welke manier we er het snelste komen.

- Entscheide dich nicht jetzt!
- Entscheiden Sie sich nicht jetzt!

Beslis nog niet onmiddellijk!

Du hast auch in dieser Höhle das Kommando. Entscheide dich.

In deze grot heb jij de leiding. Neem 'n beslissing.

Du hast in auch in dieser Höhle das Kommando. Entscheide dich. Eine Klapperschlange kann tödlich sein. Wir müssen also aufpassen.

In deze grot heb jij de leiding. Neem een beslissing. Een beet van een ratelslang kan dodelijk zijn. Wees voorzichtig.