Examples of using "Einig" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen was het daarmee eens.
Nun en dan zijn we het eens.
Over dit onderwerp ben ik het met je eens.
Ik ben het eens met Tom.
Een verenigd volk zal nooit verslagen worden!
- We zijn het eens.
- We waren het eens.
Tom en Maria waren het met alles eens.
Ik heb de indruk dat we een akkoord hebben bereikt.
Soms zijn we het eens en soms niet.
- Hiermee ben ik het met hen niet over eens.
- Hierover kan ik het met hem niet eens zijn.
We zijn het erover eens dat we vroeg moeten vertrekken.
In het begin verzette hij zich, maar uiteindelijk waren we het eens.
Ik was het met Tom eens.
Joden, christenen en moslims zijn het erover eens dat Jeruzalem een heilige stad is.