Examples of using "Bestanden" in a sentence and their dutch translations:
Is hij geslaagd voor het examen?
Tom slaagde met vlag en wimpel.
Is hij geslaagd voor het examen?
Heb je je wiskunde-examen gehaald?
Het is zeker dat hij geslaagd is in het examen.
Hij is in het examen gezakt.
Ze drongen erop aan dat de misdadiger zou gestraft worden.
Ik ben gezakt voor het examen.
Hij heeft hard geleerd en de toets gehaald.
Ze drongen erop aan dat de misdadiger zou gestraft worden.
Iedereen was verwonderd dat hij geslaagd was in het rijexamen.
Zijn ouders waren blij dat in zijn examen geslaagd was.
Ik ben gezakt voor mijn rijexamen.
Hij is in het examen gezakt.
Iedereen was verwonderd dat hij geslaagd was in het rijexamen.