1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. Benachrichtigen

Translation of "Benachrichtigen" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Benachrichtigen" in a sentence and their dutch translations:

Wir benachrichtigen Sie.

- We zullen u op de hoogte brengen.
- We zullen hem op de hoogte brengen.
- We zullen haar op de hoogte brengen.
- We zullen u informeren.
- We zullen hem informeren.
- We zullen haar informeren.

- Ich werde ihn warnen.
- Ich werde ihn benachrichtigen.

- Ik zal hem verwittigen.
- Ik zal hem waarschuwen.

Wenn Sie ein herrenloses Paket sehen, dann zögern Sie nicht, uns zu benachrichtigen.

Als u een onbeheerd pak ziet, aarzelt u dan niet ons te verwittigen.

- Bitte teilen Sie mir möglichst bald mit, falls Sie nicht kommen können.
- Sollten Sie nicht kommen können, bitte ich Sie mich frühestmöglich zu benachrichtigen.

- Mocht je niet kunnen komen, laat het dan graag zo snel mogelijk weten.
- In het geval dat u niet kan komen, gelieve zo snel mogelijk contact op te nemen.