Translation of "Bade" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Bade" in a sentence and their dutch translations:

Bade!

Neem een bad!

- Ich bade jeden Tag.
- Ich bade täglich.

Ik neem elke dag een bad.

Ich bade gerade.

- Ik ben nu een bad aan het nemen.
- Ik zit nu net in bad.

- Ich bade.
- Ich bade gerade.
- Ich nehme ein Bad.

- Ik zit in bad.
- Ik ben een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

Ich bade jeden Morgen.

Ik neem elke morgen een bad.

Ich bade einmal pro Tag.

Ik neem een maal per dag een bad.

- Ich bade.
- Ich bade gerade.
- Ich nehme ein Bad.
- Ich nehme jetzt ein Bad.

- Ik zit in bad.
- Ik ben een bad aan het nemen.
- Ik zit nu in bad.
- Ik ben nu een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

- Ich bade gewöhnlich, bevor ich ins Bett gehe.
- Ich bade gewöhnlich vor dem Zubettgehen.

Meestal neem ik een bad vooraleer ik ga slapen.

Das Kind mit dem Bade ausschütten.

Het kind met het badwater weggooien.

- Geh baden!
- Bade!
- Badet!
- Baden Sie!

Neem een bad!

- Ich bade gerade.
- Ich nehme jetzt ein Bad.

- Ik zit nu in bad.
- Ik ben nu een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.