Examples of using "Ananas" in a sentence and their dutch translations:
Ik eet graag ananas.
Ik wil ananas kopen.
Ik eet een ananas.
Ananas bevat veel citroenzuur.
De eend eet ananas.
Ik wilde vijf ananassen.
Hoeveel kost de ananas per kilogram?
Ik eet graag ananas voor ontbijt.
Ik eet een ananas.
Hoe weet je wanneer een ananas rijp is?
In tegenstelling tot aardbeien, is ananas ook lekker uit een blik.
Je kunt de cocktail versieren met een kers of met ananas.
Deze vrucht heeft de vorm van een sinaasappel en smaakt als een ananas.
Mensen die allergisch zijn voor ananas, bananen of latex zijn waarschijnlijk ook allergisch voor kiwi's.