Examples of using "Vingt" in a sentence and their dutch translations:
De kat is twintig.
Ik ben 25 jaar oud.
Laurie is twintig jaar oud.
Muiriel is twintig jaar oud.
- Twintig families leven hier.
- Hier wonen twintig families.
- Hier wonen twintig gezinnen.
- Ze heeft twintig kinderen.
- Zij heeft twintig kinderen.
Zij is twintig jaar oud.
Ik ben 27.
Ik ben 25 jaar oud.
Hij leest elke week twintig boeken.
Twintig jaar is een lange tijd.
- Het is tien voor half elf.
- Het is twintig over tien.
Ze is net twintig geworden.
- Het is twintig over zes.
- Het is tien voor half zeven.
Ik heb nog 20 euro over.
Hij heeft twintig vlinders gevangen.
De kat is twintig.
Hij is vierentwintig jaar oud.
Ze was pas twintig jaar.
Ik ben vierentachtig jaar oud.
Hij denkt aan meer dan alleen eten. Hij is volhardend.
- Kan ik je over twintig minuten terugbellen?
- Kan ik je binnen twintig minuten terugbellen?
Twintig miljoen bulvleermuizen.
Twintigduizend yen, alstublieft.
Vijf keer vijf is vijfentwintig.
Ze rookt twintig sigaretten per dag.
Hij verdient twintig dollar per dag.
Tien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, honderd.
Vierentwintig uur op vierentwintig staat er een wacht aan het keizerlijk paleis in Tokio.
Tien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, honderd.
Kan ik je over twintig minuten terugbellen?
- Ik ben 27 jaar oud.
- Ik ben 27.
- Het kost 20 euro.
- Dat kost 20 euro.
- Kan ik je over twintig minuten terugbellen?
- Kan ik je binnen twintig minuten terugbellen?
Ik denk dat ze ongeveer twintig jaar oud is.
Meer dan twintig jongens gingen erheen.
Van de twintig studenten heeft er maar één het boek gelezen.
Hij schreef deze roman op zijn twintigste.
De eenentwintigste eeuw begint in 2001.
Ik ben geboren op tweeëntwintig juni 1974.
Er zitten zevenentwintig leerlingen in mijn klas.
Negenennegentig doet mij altijd lachen.
Drie tot de derde macht is zevenentwintig.
Het kasteel van Antoine telt twintig slaapkamers.
Mijn familie heeft hier twintig jaar geleefd.
Hij schreef dat boek toen hij 20 jaar was.
"Hoe laat is het nu?" "Drie uur twintig."
Ze wenste dat ze twintig jaar eerder geboren was.
Het Esperanto is de taal van de eenentwintigste eeuw.
Ik was 23 jaar toen ik dat schilderij gemaakt heb.
Haar oma werd 88 jaar oud.
Drie tot de derde macht is zevenentwintig.
Tachtig procent van alle Engelse woorden zijn afkomstig van andere talen.
Een etmaal duurt achtenzestigduizend vierhonderd seconden.
Tom haalde een biljet van twintig dollar uit zijn zak.
Ik woon in de Lange-Rivierstraat, nummer tweehonderd twintig.
Ik wil over 20 minuten iedereen op mijn kantoortje hebben.
Ik zou graag deze bijeenkomst niet langer dan twintig minuten laten duren.
Drieëntachtig procent van de talen paste in de hiërarchie.
Mijn oom werd negentig jaar oud.
Dit snoepje kost tachtig cent.
Ik ben niet van plan om voor twintig man te koken.