Translation of "Truite" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Truite" in a sentence and their dutch translations:

C'est une truite !

Het is een forel.

J'ai attrapé une truite.

- Ik ving een forel.
- Ik heb een forel gevangen.

Tom a pêché une truite.

- Tom ving een forel.
- Tom heeft een forel gevangen.

J'aime la pêche à la truite.

Ik hou van forelvissen.

Vortarulo gifle Pandark avec une grosse truite.

Vortarulo geeft Pandark een oorvijg met een grote forel.