Translation of "Piste" in Dutch

Une piste ?

Is er een spoor?

- Des indices ?
- Un quelconque indice ?
- Une piste ?

Zijn er aanwijzingen?

Il est tombé en skiant hors-piste.

Hij viel tijdens het off-piste skiën.

Et une nuit sur la piste de danse

en een avondje op de dansvloer,

J'ai remonté la piste de la diffamation du paresseux

Ik heb de laster over de luiaard herleid

Et définissant plutôt le critère établissant une bonne piste.

maar ik bepaalde criteria voor een lead.

Feu des vagues d'or, de la piste profonde à Dagshrid des armes danoises…

goudgolfvuur, het diepe spoor van Dagshrid van Deense wapens ...

- Vous êtes sur la bonne piste.
- Vous êtes sur la bonne voie.
- Vous êtes sur le bon chemin.

- Je zit op de goede weg.
- Jullie zitten op de juiste weg.

- Tu es sur la bonne pente.
- Vous êtes sur la bonne piste.
- Tu es en bonne voie.
- Vous êtes sur la bonne voie.

- U bent op de goede weg.
- Je zit op de goede weg.
- Jullie zitten op de juiste weg.
- U bent op het juiste spoor.
- Je bent goed bezig.

Immédiatement après que la piste est damée, le ski y est bon, mais plus tard dans la journée, il y a des endroits où l'herbe sort de la neige.

Direct nadat de piste geprepareerd is, is het er goed skiën, maar later op de dag ontstaan er plekken waar het gras door de sneeuw heen komt.