Examples of using "Partit" in a sentence and their dutch translations:
Hij vertrok naar Parijs.
Hij vertrok in alle haast.
Iedereen is weggegaan.
Tom ging eergisteren.
Tom is weggegaan.
De trein vertrok op tijd.
Hij nam afscheid van ons, en vertrok.
Eergisteren is hij naar Londen afgereisd.
Hij ging onmiddellijk weg.
Niemand ging weg.
Maria vertrok voor een wereldreis.
Ze ging vroeg weg.
Hij nam afscheid van ons, en vertrok.
Zij stapte in de auto en reed weg.
- Hij ging in alle haast weg.
- Hij vertrok in alle haast.
- Hij ging er overhaast vandoor.
Hij is vertrokken.
Hij bedankte haar zeer beleefd en ging snel weg.
Hij ging zomaar weg.
- Ze stapte in de auto en reed weg.
- Zij stapte in de auto en reed weg.