Examples of using "Parti" in a sentence and their dutch translations:
Daar gaan we.
We doen het.
Daar gaan we.
Daar gaan we.
Daar gaan we. Oké.
Tom is weg.
- Hij vertrok.
- Hij ging weg.
Alles is weg.
Sami vertrok.
Skura is vertrokken.
Snel, nu de arend weg is.
Dus we gaan vechten? Daar gaan we.
We doen het. Kom op.
Hij is al vertrokken.
Hij was al weg.
Hij ging onmiddellijk weg.
- Ik ben partijdig.
- Ik ben vooringenomen.
Tom ging vissen.
Dat is vanzelf gegaan.
Is hij al weg?
De tyfoon is voorbij.
Hij is plots vertrokken.
Werkelijk? Wanneer is hij vertrokken?
Wanneer vertrok hij naar Mongolië?
Hij is op vakantie.
Hij is weg voor altijd.
Tom is weggegaan.
Iedereen is vertrokken.
Tom ging naar Australië.
Al ons geld is weg.
Het schot ging per ongeluk af.
Hij is haastig weggegaan.
Hij is naar de Verenigde Staten vertrokken.
Hij is met de fiets vertrokken.
Oké, daar gaan we. Dat werkte.
Oké, daar gaan we. Kom op.
Nee, hij is al gaan eten.
De dief rende weg.
Ben je in het buitenland geweest?
Hij ging weg zonder iets te zeggen.
De volgende ochtend was hij weg.
Neen, ik ben niet gegaan.
Ik ben hier weg.
De laatste trein is al weg.
Ik zal reeds vertrokken zijn wanneer jij terug komt.
Niemand ging weg.
Wanneer ben je gegaan?
Tom vertrok met lege handen.
- Tom is op kerstdag vertrokken.
- Tom vertrok op kerstdag.
Alles is weg.
We beginnen!
Hij vertrok in alle haast.
Kruip je met me mee? We gaan.
Kom op, probeer dit. Snel, nu de arend weg is.
Kom op, probeer dit. Snel, nu de arend weg is.
Daar heb ik wat licht van. Laten we gaan.
Hij vertrok vanuit Narita naar Parijs.
Hij vertrok vanuit Narita naar Parijs.
John is gisteren vertrokken naar Frankrijk.
Hij ging op reis naar Amerika.
Het spijt me, Tom is al vertrokken.