Translation of "Riz" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Riz" in a sentence and their dutch translations:

- Nous mangeons du riz.
- Nous consommons du riz.
- On mange du riz.

We eten rijst.

- Vous préférez le riz blanc ou le riz brun ?
- Préférez-vous le riz blanc ou le riz brun ?

- Heb je liever witte of bruine rijst?
- Hebben jullie liever witte of bruine rijst?

- Je mangeais du riz.
- Je mangeai du riz.

Ik at rijst.

Cuisez le riz.

Kook de rijst.

J'aime le riz.

Ik hou van rijst.

- Le riz a bon goût.
- Le riz est délicieux.

De rijst is lekker.

Il cultive du riz.

Hij teelt rijst.

Je mange du riz.

- Ik eet rijst.
- Ik ben rijst aan het eten.
- Ik eet nu rijst.

Nous cultivons le riz.

- We verbouwen rijst.
- We telen rijst.

Nous avons du riz.

We hebben rijst.

J'ai mangé du riz.

Ik heb rijst gegeten.

Je mangeai du riz.

Ik at rijst.

Ils mangent beaucoup de riz.

Ze eten veel rijst.

La qualité du riz diminue.

De kwaliteit van de rijst vermindert.

Hier j'ai mangé du riz.

Gisteren heb ik rijst gegeten.

J'ai déjà mangé du riz.

Ik heb al rijst gegeten.

Le riz a bon goût.

De rijst is lekker.

- Je suis en train de manger du riz.
- Maintenant je mange du riz.

Ik eet nu rijst.

- Je préfère le riz au pain.
- J'aime le riz davantage que le pain.

Ik hou meer van rijst dan van brood.

- Le riz pousse dans les climats chauds.
- Le riz pousse sous les climats chauds.
- Le riz pousse dans les régions climatiques chaudes.

Rijst groeit in warme klimaten.

- Le riz pousse dans les climats chauds.
- Le riz pousse sous les climats chauds.

Rijst groeit in warme klimaten.

- Allume l'autocuiseur à riz, je te prie.
- Allumez l'autocuiseur à riz, je vous prie.

Zet de rijstkoker aan, alstublieft.

- Mangez-vous du riz tous les jours ?
- Manges-tu du riz tous les jours ?

- Eet jij elke dag rijst?
- Eet u elke dag rijst?
- Eten jullie elke dag rijst?

J'aimerais une grande portion de riz.

Ik wil een grote portie rijst, alstublieft.

Les Asiatiques mangent beaucoup de riz.

Aziaten eten veel rijst.

J'aime manger du riz aux haricots.

- Ik houd ervan om rijst met bonen te eten.
- Ik hou van rijst met bonen.

Putain! J'ai oublié d'acheter du riz.

Verdorie! Ik ben vergeten rijst te kopen.

Les asiatiques mangent beaucoup de riz.

Aziaten eten veel rijst.

Les asiatiques consomment beaucoup de riz.

Aziaten eten veel rijst.

Le prix du riz est tombé.

De prijs van rijst is gedaald.

Je n'ai pas mangé de riz.

Ik heb geen rijst gegeten.

Je n'ai plus mangé de riz.

Ik heb geen rijst meer gegeten.

Je n'avais pas mangé de riz.

Ik had geen rijst gegeten.

Je ne mange plus de riz.

Ik eet geen rijst meer.

- Que préfères-tu, du riz ou du pain ?
- Que préférez-vous, du riz ou du pain ?

Wat heeft u liever: rijst of brood?

Mangez-vous du riz dans votre pays ?

Eten jullie rijst in je land?

Le riz pousse dans des pays chauds.

Rijst groeit in warme landen.

J'aime le riz davantage que le pain.

Ik hou meer van rijst dan van brood.

Manges-tu du riz tous les jours ?

Eet jij elke dag rijst?

Le riz pilaf avec de la viande coûte huit yuans. Le riz pilaf végétarien coûte seulement quatre yuans.

De pilav met vlees kost acht yuan. De vegetarische pilav kost maar vier yuan.

J'ai mangé du riz au curry hier soir.

Ik heb rijst met curry gegeten gisteravond.

Le riz a augmenté de trois pour cent.

De prijs van rijst steeg met drie procent.

Le riz fait grossir, n'en mange pas trop !

Rijst maakt dik. Eet er niet te veel van!

Je mange d'habitude le riz avec des baguettes.

Ik eet meestal rijst met stokjes.

Nous, les Japonais, nous nous nourrissons de riz.

Wij Japanners voeden ons met rijst.

Le Japon a un excédent de riz, l'Europe de vin.

Japan heeft een rijstoverschot; Europa een wijnoverschot.

Le Japon commença à importer du riz des États-Unis d'Amérique.

Japan begon rijst te importeren uit de VS.

La plupart des Japonais mangent du riz au moins une fois par jour.

De meeste Japanners eten ten minste één keer per dag rijst.

- Je veux cultiver de bons légumes, du riz, des fruits et ainsi de suite.
- Je veux faire pousser, entre autres, des légumes, du riz et des fruits de qualité.

Ik wil goede groenten kweken, rijst, fruit enzovoort.

Je veux cultiver de bons légumes, du riz, des fruits et ainsi de suite.

Ik wil goede groenten kweken, rijst, fruit enzovoort.

Tom mange souvent des haricots, du riz, des pommes de terre ou des pâtes.

Tom eet vaak bonen, rijst, aardappelen of pasta.

Ils espèrent augmenter la production de nourriture en faisant pousser de nouvelles variétés de riz.

Ze willen de voedselproductie vergroten door nieuwe rijstvariëteiten te kweken.

Lorsque je suis entré dans la cuisine, elle faisait un curry au poulet avec du riz.

Toen ik de keuken binnenliep was ze kip curry met rijst aan het klaarmaken.