Examples of using "Malchance" in a sentence and their dutch translations:
- Wat vreselijk!
- Dat is pech hebben!
De buren zeiden: "Oh, dat is tegenslag."
Volgens hem valt zijn armoede te wijten aan pech.
Hij schrijft zijn mislukkingen vaak toe aan pech.
Geluk maakt trots, ongeluk maakt wijs.
Dus zeilen ze weg om de verovering van Noorwegen te helpen, en het was hun pech om Jarl
Je hebt pech.