Examples of using "Cousines" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb twee nichtjes.
- Het zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven.
- Het zijn neven.
- Ik heb twee nichtjes.
- Ik heb twee neefjes.
- Wij zijn neven en nichten.
- Wij zijn neven.