Translation of "Appétit" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Appétit" in a sentence and their dutch translations:

Bon appétit !

Eet smakelijk!

Bon appétit.

Smakelijk.

- J'ai bon appétit aujourd'hui.
- Aujourd'hui, j'ai bon appétit.

Vandaag heb ik een goede eetlust.

J'ai bon appétit aujourd'hui.

Vandaag heb ik een goede eetlust.

- Bon appétit !
- Bon appétit !

Eet smakelijk!

Aujourd'hui, j'ai bon appétit.

Vandaag heb ik een goede eetlust.

J'avais un grand appétit.

Ik had erge trek.

Il a un bon appétit.

Hij houdt van eten.

Il a bon appétit ce matin.

Deze morgen heeft hij een goede eetlust.

Grâce à toi j'ai perdu mon appétit.

- Het is jouw schuld dat ik mijn eetlust kwijt ben.
- Dankzij jou heb ik mijn eetlust verloren.
- Dankzij u heb ik geen trek meer.

J'ai eu un énorme appétit pour la vie,

Ik heb mogen genieten van een gezonde eetlust,

- Bon appétit !
- Bon appétit !
- Faites un agréable repas !

Eet smakelijk.

Allaitant encore son petit, et ayant elle-même un énorme appétit,

Ze voedt haar kalfje nog... ...en met zelf ook een enorme eetlust...