Examples of using "Ah " in a sentence and their dutch translations:
"Ah!" is een uitroep.
"Ach!", zuchtte ze.
- Ik ben er weer! O, hebben we visite?
- Ik ben er weer! O, hebben we bezoek?
Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.
- Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.
- O, als ik rijk was, kocht ik een huis in Spanje.