Examples of using "Teitä" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb jullie nodig.
Ik hou van jullie allemaal.
Ik hou van jullie beiden.
Ik ken jullie niet.
Ik zal op je wachten.
Zoals wanneer ze de weg bestrooien. Dan gebruiken ze zand.
Tom haat jullie niet.
- Ik kan je niet helpen.
- Ik kan jullie niet helpen.
Wij helpen u graag.
Ik zal je missen.
Meneer Green, er is telefoon voor u.
Mag ik je lastigvallen met een verzoek?
Zijn jullie niet moe?
Heil Caesar. Zij die gaan sterven groeten u!
Zij zal je beschermen.
- Ik ken u niet.
- Ik ken je niet.
Jullie zouden hier moeten staan en wij moeten voor jullie applaudisseren.
Hij bouwt al 53 jaar wegen.
Mag ik je een moment storen?
- Ik heb meer dan een week op je gewacht.
- Ik wachtte meer dan een week op je.
Ik zou je graag kussen.
- Kan ik u helpen?
- Kan ik je helpen?
- Kan ik jullie helpen?
- We hebben je zo erg gemist.
- Wij hebben je zo erg gemist.
- Tom kan je niet helpen.
- Tom kan u niet helpen.
- Tom kan jullie niet helpen.
Waarom zouden we je willen straffen?
Maar korte pootjes kunnen geen hoge muren beklimmen... ...of drukke wegen oversteken.
- Ik hou van je.
- Ik zie u graag.
- Ik hou van je!
- Ik hou van jou!
- Ik heb je lief.
- Ik hou van je!
- Ik hou van jou!
- Ik hou van u!
Ik wil je zoenen.
Ik zie er beter uit dan jij.
Heb je zin om te gaan zwemmen?