Examples of using "Hait" in a sentence and their dutch translations:
Haaien.
Haaien eten vissen.
Die dingen komen die spleet in.
Zullen die haaien terugkomen?
Het eerste instinct is de haaien wegjagen.
Door gebruik te maken van kunstlicht... ...kunnen de haaien hier tot diep in de nacht jagen.
Maar ze trotseren elke nacht hetzelfde gevaar... ...tot de haaien vertrekken.