Examples of using "Ear" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een oorontsteking.
- Mijn oor jeukt.
- Mijn oor kriebelt.
Mijn oor was geamputeerd.
Mijn oor brandt.
Mijn oor jeukt.
Ik ben doof aan één oor.
Niet hoorbaar voor de mens.
Ik heb vaak oorinfecties.
Stop met schreeuwen in mijn oor.
De jongen krabde aan zijn oor.
Tom heeft een oorontsteking.
Fluister in mijn oor, Maria.
Tom krijgt vaak oorinfecties.
Ik heb een oorontsteking.
Ze fluisterde het in mijn oor.
Mijn oor bloedde vanochtend.
Maria fluisterde iets in het oor van Tom.
Tom is doof aan één oor.
- Je hebt echt een muzikaal gehoor.
- U heeft echt een muzikaal gehoor.
Hij drukte zijn oor tegen de muur.
De haas bloedt aan het oor.
Tom drukte zijn oor tegen de muur.
Ik heb geen oor voor muziek.
Tom stak zijn potlood achter zijn oor.
Ik denk niet dat ge hem kunt doen luisteren.
Hij negeerde hun klachten.
- Tom fluisterde Maria iets in d'r oor en ze glimlachte.
- Tom fluisterde Maria iets in haar oor en ze glimlachte.
Leer de taal door het gehoor liever dan door het oog.
"Ja!", fluisterde hij in mijn oor met zijn verrukkelijke stem.
Het gaat bij hem het ene oor in, het andere weer uit.
Ik heb een neus-, keel- en orenarts ontmoet op een feest zondag.
President Lincoln werd vermoord met een schot in het hoofd, vlak achter het linkeroor.
De burgemeester van deze stad werd ervan beschuldigd doof te zijn voor de verzoeken van de mensen.
- Tom is een kno-arts.
- Tom is neus-keel-oorarts.
- Tom is een nko-arts.
De mond van het luipaard was net naast, misschien een paar cm... ...naast mijn rechter oor.
Een cochleair implantaat bestaat uit een prothese in het binnenoor die doven kan doen horen.
Zulke zinnen verstaat een normaal mens helemaal niet. Ze gaan het ene oor in en het andere weer uit.
Ik heb een neus-, keel- en orenarts ontmoet op een feest zondag.