Examples of using "Whale" in a sentence and their dutch translations:
De walvishaai.
De walvis is een zoogdier.
Hebt ge al een walvis gezien?
De walvis is een zoogdier.
De walvis is een zoogdier.
- Ik heb nooit zo'n grote walvis gezien.
- Ik heb nog nooit zo'n grote walvis gezien.
Ik heb nog nooit een levende walvis gezien.
Hebt ge al een walvis gezien?
Ik heb nog nooit zo'n grote walvis gezien.
Ik heb nooit zo'n grote walvis gezien.
Walvissen zijn zoogdieren.
Het leven van de walvishaai is voornamelijk eenzaam.
De vriendin van je beste vriend is zo groot als een walvis.
"Kijk daarheen, papa, een haai!" "Dat is een walvis, Tom."
De walvis is een reusachtig zoogdier dat in de zee leeft.
Een walvis is een zoogdier. Met andere woorden, het geeft melk aan zijn jongen.
- De walvis is een reusachtig zoogdier dat in de zee leeft.
- Walvissen zijn reusachtige zoogdieren die in de zee leven.