Examples of using "Useless" in a sentence and their dutch translations:
Het is nutteloos!
- Ze zijn nutteloos.
- Zij zijn nutteloos.
- Ze zijn nutteloos.
- Zij zijn nutteloos.
Je bent een nietsnut.
Hij is nutteloos.
Jullie waren nutteloos.
- Deze webstek is waardeloos.
- Deze website is waardeloos.
Italiaanse televisie is nutteloos.
Dat deugt niet.
Dit woordenboek is volstrekt nutteloos.
Het zijn maar nutteloze en resultaatloze vergaderingen.
Toms laatste hebbedingetje is leuk, maar nutteloos.
- Je bent een nietsnut.
- Je bent een deugniet.
Het heeft geen zin om nog langer na te denken.
Weerstand is nutteloos.
Het heeft geen zin met haar te praten. Ze luistert niet naar je.
Dit woordenboek is volstrekt nutteloos.
Doe ik ook eens een keer een goede daad... haalt het niks uit.
Dit woordenboek is volstrekt nutteloos.