Examples of using "Throat" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb pijn aan mijn keel.
- Ik heb keelpijn.
- Ik heb pijn aan mijn keel.
- Ik heb keelpijn.
Mijn keel brandt.
- Ik heb pijn aan mijn keel.
- Ik heb keelpijn.
Tom heeft keelpijn.
- Heb je een zere keel?
- Heb je keelpijn?
Tom schraapte zijn keel.
Ik kreeg een droge keel.
Mijn keel is droog.
Hij schraapte zijn keel.
- Ik heb pijn aan mijn keel.
- Ik heb keelpijn.
- Heb je een zere keel?
- Heeft u last van keelpijn?
Mijn keel doet nog steeds pijn.
- Ik heb een kikker in mijn keel.
- Ik heb een krop in de keel.
De dorsende os zult gij niet muilbanden.
Ik heb keelpijn en een loopneus.
Hun nek en bloedvaten zijn op een unieke manier aangepast
Ik heb keelpijn en een loopneus.
- Hebt ge koorts en doet uw keel pijn?
- Hebt u koorts en keelpijn?
Ik heb griep en keelpijn.
als we ondersteboven gehangen worden, onze keel opengesneden wordt
Hebt ge koorts en doet uw keel pijn?
Het is niet alsof we vijanden zijn die elkaar naar de keel vliegen.
De arts gebruikte een tongspatel om de keel van de patiƫnt te onderzoeken.
Het faryngeale deel van de keel ligt achter de neus en de mond.
Ik heb een neus-, keel- en orenarts ontmoet op een feest zondag.
Onverschrokken en uitdagend tot het einde stierf hij met een Engelse pijl in zijn keel, naast het
Als de lucht uitdroogt, krijg je dorst en hoestbuien.
- Tom is een kno-arts.
- Tom is neus-keel-oorarts.
- Tom is een nko-arts.
Ik heb een neus-, keel- en orenarts ontmoet op een feest zondag.