Examples of using "Thirteen" in a sentence and their dutch translations:
Dertien.
Tom is dertien jaar oud.
Ik heb dertien katten.
Tom is maar dertien jaar oud.
Tom was toen dertien.
Ik heb dertien katten.
We hebben dertien knuppels.
Ik heb dertien katten.
Ik heb dertien medewerkers.
Tom is nu dertien jaar oud.
Tom stak Maria dertien keer.
Tom was toen dertien.
Canada heeft dertien provincies en territoria.
Ik verdien dertien dollar per uur.
Tom wordt toch dertien?
Dertienduizend gierzwaluwen verdwijnen in een schoorsteen...
Ik wacht op bus nummer 13.
Ik heb dertien namen op mijn lijst.
Mijn vader stierf toen ik dertien was.
Tom was toen waarschijnlijk ongeveer dertien.
Ik heb dertien katten.
Ik heb dertien katten.
Tom kwam naar Boston toen hij dertien was.
Tom is nu dertien jaar oud.
Mijn moeder zette dertien kaarsen op mijn verjaardagstaart.
Toen ze 13 was, ging ze uit huis.
Tom is erg lang voor een dertienjarige.
Hij was dertien jaar oud toen hij haar ontmoette.
Tom was door een hond gebeten toen hij dertien was.
Tom is dertien en slaapt nog steeds met een teddybeer.
Tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.
Tom is nu 13 jaar oud.
Kinderen onder de dertien jaar mogen dit zwembad niet in.
- Tom heeft een zus van 13.
- Tom heeft een 13 jaar oude zus.
- Tom is nu dertien jaar oud.
- Tom is nu 13 jaar oud.
Ik was 13 jaar oud toen ik voor het eerst verliefd werd op een meisje.
Tom is dertien, maar hij gelooft nog steeds in de Kerstman.
Het is voor iemand als ik een heel eigenaardige gewaarwording om in een dagboek te schrijven. Niet alleen dat ik nog nooit geschreven heb, maar het komt me zo voor, dat later noch ik, noch iemand anders in de ontboezemingen van een dertienjarig schoolmeisje belang zal stellen.