Examples of using "Still alive" in a sentence and their dutch translations:
Hij is nog in leven.
- Ik ben nog in leven.
- Ik leef nog.
U leeft nog.
Maar hij leeft nog?
Leeft hij nog?
Leeft zij nog steeds?
Tom leeft nog.
Maar hij leeft nog?
Ik hoor dat hij nog leeft.
Ik hoor dat hij nog leeft.
Hij leeft nog, kijk.
Beide broers zijn nog in leven.
We hopen dat Tom nog leeft.
Maar hij leeft nog?
Het is een wonder dat zij nog leeft.
Ik geloof dat Elvis nog leeft.
Ik hoor dat hij nog leeft.
Ik hoor dat hij nog leeft.
Zijn oude kat leeft nog.
Het is een wonder dat hij nog leeft.
Het is een wonder dat zij nog leeft.
Ik weet dat Tom nog leeft.
Iedereen weet dat hij nog leeft.
Maar velen onder ons leven nog
Ze gelooft dat haar zoon nog steeds in leven is.
Ik hoor dat hij nog leeft.
Ze verwijderen de hoorn terwijl het dier nog leeft...
Na deze val is het een geluk dat ze nog leeft.
Beide broers zijn nog in leven.
Schenkman schreef zijn kinderboek toen de slavernij en Nederlandse kolonies nog bestonden.
De dokters dachten dat hij dood was, maar vandaag is hij gezond en wel en hij heeft werk en een familie.