Translation of "Shirts" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Shirts" in a sentence and their dutch translations:

She ironed his shirts.

Ze streek zijn hemden.

The shirts are dry.

- De shirts zijn droog.
- De overhemden zijn droog.

These shirts are identical.

Deze overhemden zijn identiek.

Tom is ironing shirts.

Tom strijkt overhemden.

He always wears blue shirts.

Hij draagt altijd blauwe hemden.

Sami wore pink girly shirts.

Sami droeg roze vrouwelijke hemden.

I wear white shirts on weekdays.

- Ik draag doordeweeks witte overhemden.
- Ik draag doordeweeks witte shirts.

- In the summer I wear short-sleeved shirts.
- I wear short-sleeve shirts in the summer.
- In the summer, I wear short-sleeve shirts.

In de zomer draag ik shirts met korte mouwen.

- In the summer I wear short-sleeved shirts.
- In the summer, I wear short-sleeve shirts.

In de zomer draag ik shirts met korte mouwen.

Why do you always wear white shirts?

Waarom draag je altijd witte overhemden?

The man's shirts are in the closet.

- De shirts van de man zijn in de kleerkast.
- De overhemden van de man liggen in de kleerkast.

Men's shirts are on the second floor.

- De heren shirts bevinden zich op de tweede verdieping.
- De heren shirts bevinden zich op de eerste verdieping.
- De herenhemden bevinden zich op de tweede verdieping.

In the summer, I wear short-sleeve shirts.

In de zomer draag ik shirts met korte mouwen.

These shirts are the same. They are the same colour.

Deze shirts zijn hetzelfde. Ze hebben dezelfde kleur. .

Tom took one of the shirts out of the closet and put it on.

Tom nam een van de overhemden uit de kast en trok het aan.