Examples of using "She'll" in a sentence and their dutch translations:
Zij zal dansen.
- Zij zal begrijpen.
- Zij zal het begrijpen.
Ze zal zeker slagen.
Zij komt zo terug.
Zij zal begrijpen.
Zij zal weldra trouwen.
Ze zal het weer proberen.
Ze gaat morgen het hek schilderen.
Ze zal door mij worden gebracht.
Zij zal sterven.
Ze zei dat ze ons zal helpen.
Je hebt er het raden naar wanneer ze zal komen.
Volgend jaar gaat ze trouwen.
Daar gaan we dan.
Ze komt te laat voor de vergadering.
Ze zegt van alles maar verandert niets.
Mary weet niet zeker wat ze zal doen.
Ze zal blij zijn dat ze dat gedaan heeft.
Ze zegt dat ze nooit zal opgeven.
Maria zegt dat ze vandaag Frans gaat studeren.
Ze zal verder de stad in moeten gaan.
Maria is bang dat ze zal verdwalen.
Ze zal hem waarschijnlijk vertellen dat ze niet moe is.
Ze zal het weer proberen.
"Ik weet zeker dat ze zal slagen." - "Ik ben alleen ongerust."
Vroeg of laat zal zij de schok te boven komen.
Ik heb het idee dat ze vandaag zal komen.
Als ze wist dat ik hier was, zou ze dadelijk komen.
Ze komt zeker goed overeen met mijn grootmoeder.
Heeft Mary al besloten waar ze de volgende zomer naartoe wil?
Mary heeft besloten om dat te gaan proberen.
- Dat zal ze zelf moeten doen.
- Dat zal ze maar zelf moeten doen.
Tegen de tijd dat je terug bent, zal zij weg zijn.
Ze vergeeft me nooit.
...zal ze diep verbonden raken met het oceaanritme...
In februari wordt hij zeventien.
Binnenkort zal ze tien jaar met hem getrouwd zijn.
Vraag haar of ze het gat in je spijkerbroek dichtnaait.
Mary vindt het niet leuk om dat te doen, maar ze doet het toch.
Zij zal voor altijd van haar echtgenoot houden.
"En het meisje?" "Zij zal terug naar het weeshuis moeten keren."
Zij zal dansen.
Ze zal komen als ge het haar vraagt.
Hoe groot ze al is! Straks is ze zo groot als haar moeder.
Ik denk dat ze zal komen.
Ze zal waarschijnlijk komen.
Ik heb het idee dat ze vandaag zal komen.
Ik vraag me af of zij me zal herkennen na al die jaren.
Hij zei dat hij dat straks zal doen.
- Ze zegt dat ze morgen zal komen.
- Ze zegt dat ze morgen komt.