Translation of "Again" in Dutch

- Hello again.
- Hello again!

- Nogmaals hallo.
- Hallo, alweer.

- Never again.
- Never again!

Nooit meer!

- Try again.
- Try again!

Probeer opnieuw.

Again!

- Opnieuw!
- Nog een keer.
- Nogmaals!

Again?

- Alweer?
- Weeral?

Reading them again and again,

en las ze steeds opnieuw,

I tried again and again.

Ik heb keer op keer geprobeerd.

- Check again.
- Check it again.

Controleer nog eens.

- Try again.
- Try it again.

Probeer het opnieuw.

- Try it once again.
- Try again.
- Try once again.

Probeer het nog eens.

- It's raining again!
- It's raining again.
- It is raining again.

- Het regent weer!
- Het is weer aan het regenen!

Thanks again for rescuing me, again.

Nogmaals bedankt dat je me opnieuw gered hebt.

- Say that again.
- Say it again.

Zeg dat nog eens.

- Do it again!
- Do it again.

Doe het opnieuw.

- It's raining again!
- It's raining again.

- Het regent weer.
- Het regent weer!

- Try it once again.
- Try again.
- Try it once more.
- Try it again.
- Try once again.

- Probeer het nog eens.
- Probeer opnieuw.
- Probeer het nog een keer.

Look again.

Kijk nog eens.

- Again?
- Still?

Nog steeds?

You again?

- U weer?
- Jullie weer?

Never again.

Nooit weer.

Come again.

Kom opnieuw.

Check again.

Controleer nog eens.

Think again.

Denk nog eens na.

Come again?

- Wat heb je gezegd?
- Wat?
- Wat zegt u?
- Nog een keer.
- Hoe bedoelt u?
- Pardon?
- Zeg dat nog eens?

Thanks again.

Nogmaals bedankt.

Fish again?

Alweer vis?

Guess again.

Raad nog eens.

Not again!

Nog niet!

Salad again?

Weer salade?

What, again?

- Wat, alweer?
- Wat, opnieuw?

Once again.

- Opnieuw.
- Nog een keer.

Hello again.

Hallo, alweer.

Once again

- Opnieuw.
- Nog een keer.
- Nogmaals!

I read the letter again and again.

Ik lees de brief keer op keer

- Come again?
- Once again.
- One more time.

Nog een keer.

- Come again?
- One more time.
- Once again

- Nog een keer.
- Nogmaals!
- Nog een keer!

- Let's try again.
- Let's try once again.

- Laten we dat nog eens proberen.
- Laten we het nog eens proberen.

- I'm safe again.
- I am safe again.

Ik ben weer veilig.

- She'll try again.
- She will try again.

Ze zal het weer proberen.

- Once again.
- One more time.
- Once again

- Opnieuw.
- Nog een keer.
- Nogmaals!

- I will try it again.
- I will try again.
- I'll try again.

- Ik zal het nog een keer proberen.
- Ik zal opnieuw proberen.

- It won't happen again.
- This won't happen again.

Dit zal niet nog eens gebeuren.

- Try again.
- Try again!
- Give it another shot.

- Probeer het nog eens.
- Probeer opnieuw.

- Did he fail again?
- Has he failed again?

Heeft hij opnieuw gefaald?

He has lied to me again and again.

Hij heeft mij vaak belogen.

- Let's try once again.
- Let's try it again.

Laten we het nog eens proberen.

- Tom is back again.
- Tom is here again.

Tom is weer hier.

- Try again.
- Try it once more.
- Try again!

Probeer opnieuw.

Choose "Try Again".

...kies dan 'Opnieuw proberen'.

Say that again.

Zeg dat nog eens.

Do it again!

Doe dat nog eens.

Don't come again.

Blijf weg.

He disappeared again.

Hij is alweer verdwenen.

Let's try again.

Laten we het opnieuw proberen.

Alcohol - never again!

Geen alcohol meer!

Gravity wins again!

De zwaartekracht overwint alweer!

How's that again?

Wat?

I'll check again.

Ik zal het dubbelchecken.

War - never again!

Nooit meer oorlog!

Let's go again.

Laten we daar teruggaan.

We'll try again.

We zullen het opnieuw proberen.

Try it again.

Probeer het opnieuw.

See you again.

- Tot ziens!
- Doei.

Tom coughed again.

- Tom hoestte opnieuw.
- Tom hoestte nogmaals.

It's snowing again.

- Het sneeuwt weer.
- Het is weer aan het sneeuwen.

Come again tomorrow.

Kom morgen ook!