Examples of using "Nap" in a sentence and their dutch translations:
Doe een dutje.
- Je gaat een dutje doen.
- Je gaat even liggen.
- Je zult een hazenslaap maken.
Ik heb een dutje nodig.
Na de lunch ga ik een tukje doen.
Ik heb geen dutje nodig.
Ik heb geen dutje gedaan.
Je gaat een dutje doen.
Na de lunch ga ik een tukje doen.
Ze zegt dat ze even een dutje moet doen.
Na de lunch ga ik een tukje doen.
Misschien wilt u 's middags een tukje doen.
Een dutje van een paar uur zal je goed doen.
Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen.
Ik ben aan het dutten.
Ze ontwaakte uit haar sluimer.
Ik wil een kort slaapje houden.
Een kort middagdutje en hoplakee, ik ben weer fris als een hoentje.
Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen.
als ik midden op de dag vier uur moet slapen,
Ik heb een dutje nodig.
Ik wil een dutje doen.
Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen.