Examples of using "Mathematics" in a sentence and their dutch translations:
Zij studeert wiskunde.
Ik hou van wiskunde.
Wiskunde is haar zwakke punt.
Wiskunde is een moeilijk vak.
Wiskunde is mijn lievelingsvak.
Wiskunde is moeilijk voor mij.
Hij is goed in wiskunde.
Tom is geïnteresseerd in wiskunde.
John is goed in wiskunde.
Waar is wiskunde goed voor?
Hij is geïnteresseerd in wiskunde.
Hij is geïnteresseerd in wiskunde.
Ik vind wiskunde niet zo leuk.
Algebra is een tak van de wiskunde.
Waar is wiskunde goed voor?
Ik ben niet goed in wiskunde.
Waar is wiskunde goed voor?
- Wiskunde is een gemakkelijk onderwerp voor mij.
- Wiskunde is voor mij een makkelijk vak.
Hij is beter dan ik in wiskunde.
Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.
Wiskunde neemt de eetlust niet weg.
Wiskunde is net zoals de logica van de natuurkunde.
Ik haat wiskunde meer dan wat dan ook.
Dit kind loste het gecompliceerde mathematische probleem eenvoudig op.
Hij is geïnteresseerd in wiskunde.
Wiskunde is niet louter formules uit het hoofd leren.
Ik vind wiskunde niet zo leuk.
Ik haat wiskunde.
Ik hou van wiskunde.
Tom houdt van wiskunde.
Tom is geïnteresseerd in wiskunde.
Wiskunde is mijn lievelingsvak.
Wiskunde is moeilijk voor mij.
John is goed in wiskunde.
- Ben je goed in wiskunde?
- Bent u goed in wiskunde?
- Zijn jullie goed in wiskunde?
Copernicus studeerde wiskunde en sterrenkunde aan de universiteit van Krakau.
Ik weet niets van wiskunde.
Sommigen zijn goed in Engels, en anderen in wiskunde.
Het symbool x staat in de wiskunde meestal voor een onbekende grootheid.
- Ik vind wiskunde leuk.
- Ik hou van wiskunde.
Tom vindt wiskunde niet leuk.
Hij geeft les in wiskunde en ook in Engels.
John is goed in wiskunde.
Wiskunde is een goed vak.
„Quod erat demonstrandum” is een Latijnse zegswijze die veel in de wiskunde wordt gebruikt en die betekent: „wat moest worden bewezen”.