Translation of "Kyoto" in Dutch

0.018 sec.

Examples of using "Kyoto" in a sentence and their dutch translations:

- He lives in Kyoto.
- She lives in Kyoto.

- Hij woont in Kioto.
- Ze woont in Kyoto.

- I go to Kyoto.
- I'll go to Kyoto.

Ik ga naar Kyoto.

- I have been to Kyoto twice.
- I've gone to Kyoto twice.
- I've been to Kyoto twice.
- I was in Kyoto twice.
- I've visited Kyoto twice.
- I've been to Kyoto two times.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

I'm from Kyoto.

Ik kom uit Kyoto.

- I have been to Kyoto twice.
- I've gone to Kyoto twice.
- I've been to Kyoto twice.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

- I have been to Kyoto twice.
- I've been to Kyoto twice.
- I've been to Kyoto two times.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

Kyoto is worth visiting.

Kioto is een bezoek waard.

Kyoto has many universities.

Kyoto heeft veel universiteiten.

I'll go to Kyoto.

Ik ga naar Kyoto.

He lives in Kyoto.

Hij woont in Kioto.

She lives in Kyoto.

Ze woont in Kyoto.

I drove to Kyoto.

Ik ben met de auto naar Kioto gereden.

- I have been to Kyoto twice.
- I was in Kyoto twice.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

- He went to Kyoto by car.
- I went to Kyoto by car.

Ik ben met de auto naar Kioto gereden.

- Kyoto is the former capital of Japan.
- Kyoto is Japan's former capital.

- Kioto is de voormalige hoofdstad van Japan.
- Kyoto is de voormalige hoofdstad van Japan.

- Kyoto was the former capital of Japan.
- Kyoto is Japan's former capital.

- Kioto is de vroegere hoofdstad van Japan.
- Kioto is de voormalige hoofdstad van Japan.
- Kyoto is de voormalige hoofdstad van Japan.
- Kioto is een voormalige hoofdstad van Japan.

Ken has arrived in Kyoto.

Ken is in Kioto aangekomen.

He reached Kyoto on Saturday.

Hij is zaterdag aangekomen in Kyoto.

My parents live in Kyoto.

Mijn ouders wonen in Kioto.

He visited Kyoto last year.

Hij bezocht Kyoto vorig jaar.

I was born in Kyoto.

Ik ben in Kyoto geboren.

He left Tokyo for Kyoto.

Hij verliet Tokio en trok naar Kioto.

Kyoto is Japan's former capital.

Kyoto is de voormalige hoofdstad van Japan.

I live in Kyoto now.

Ik woon nu in Kyoto.

- Kyoto is not as large as Osaka.
- Kyoto is not as big as Osaka.

Kioto is niet zo groot als Osaka.

- The train arrived in Kyoto on time.
- The train arrived on time to Kyoto.

De trein kwam op tijd aan in Kyoto.

I have been to Kyoto once.

Ik ben een keer in Kioto geweest.

Kyoto is most beautiful in autumn.

Kioto is op zijn mooist in de herfst.

He will arrive in Kyoto tomorrow.

Morgen komt hij aan in Kioto.

Nara is as old as Kyoto.

Nara is zo oud als Kioto.

I have visited Kyoto three times.

Ik heb Kioto driemaal bezocht.

Mike went to Kyoto last summer.

Mike is vorige zomer naar Kioto geweest.

I want to go to Kyoto.

Ik wil naar Kyoto gaan.

They went to Kyoto last year.

Vorig jaar reden zij naar Kyoto.

I have been to Kyoto twice.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

- She does not have many friends in Kyoto.
- Few of her friends live in Kyoto.

Ze heeft niet veel vrienden in Kyoto.

- She has two sisters, who live in Kyoto.
- She has two sisters. They live in Kyoto.
- She has two sisters. Both of them live in Kyoto.
- She has two sisters. Both live in Kyoto.

Ze heeft twee zusters. Ze wonen allebei in Kioto.

Kyoto is famous for its old temples.

Kyoto staat bekend om zijn tempels.

Kyoto was an old capital of Japan.

Kioto was een oude hoofdstad van Japan.

There are many old temples in Kyoto.

Er zijn veel oude tempels in Kioto.

The train arrived in Kyoto on time.

De trein kwam op tijd aan in Kyoto.

He bought a small house in Kyoto.

Hij kocht een klein huis in Kyoto.

I've already been to Kyoto three times.

Ik ben al drie keer in Kyoto geweest.

Kyoto is the former capital of Japan.

Kyoto is de voormalige hoofdstad van Japan.

The train arrived on time to Kyoto.

De trein kwam op tijd aan in Kyoto.

It's hot in Kyoto in the summer.

's Zomers is het erg heet in Kioto.

Kyoto was the former capital of Japan.

Kioto is een voormalige hoofdstad van Japan.

I came to Japan to see Kyoto.

Ik kwam naar Japan om Kioto te zien.

- She has two sisters. Both of them live in Kyoto.
- She has two sisters. Both live in Kyoto.

Ze heeft twee zusters. Allebei wonen ze in Kioto.

I have an uncle who lives in Kyoto.

Ik heb een oom die in Kyoto woont.

There are many famous old buildings in Kyoto.

Er zijn veel beroemde oude gebouwen in Kyoto.