Translation of "Twice" in Dutch

0.014 sec.

Examples of using "Twice" in a sentence and their dutch translations:

- I have been to Kyoto twice.
- I've gone to Kyoto twice.
- I've been to Kyoto twice.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

- Twice two is four.
- Twice two is equal to four.

Twee maal twee is vier.

- I have been to Kyoto twice.
- I've gone to Kyoto twice.
- I've been to Kyoto twice.
- I was in Kyoto twice.
- I've visited Kyoto twice.
- I've been to Kyoto two times.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

Press the bell twice.

- Bel twee keer.
- Laat de bel twee keer rinkelen.

I'm twice your age.

Ik ben tweemaal zo oud als jij.

Go without thinking twice!

Ga zonder twijfel!

Once bitten, twice shy.

Een ezel stoot zich geen twee maal aan dezelfde steen.

Tom tested positive twice.

Tom testte twee keer positief.

Tom kicked me twice.

- Tom heeft me twee keer geschopt.
- Tom schopte me twee keer.

The phone rang twice.

De telefoon ging twee keer.

- I have been to Kyoto twice.
- I was in Kyoto twice.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

- I'm twice your age.
- I'm twice as old as you are.

Ik ben tweemaal zo oud als jij.

- You are twice as strong as I.
- You are twice as strong as I am.
- You are twice as strong as me.
- You're twice as strong as me.

Je bent twee keer zo sterk als ik.

I've been to Paris twice.

Tweemaal ben ik in Parijs geweest.

I've only seen him twice.

Ik heb hem maar twee keer gezien.

- I have been struck by lightning twice.
- I've been struck by lightning twice.

Ik ben twee keer door de bliksem getroffen geworden.

- You are twice as strong as I.
- You are twice as strong as I am.
- You are twice as strong as me.

Je bent twee keer zo sterk als ik.

- He is twice as old as I.
- He is twice as old as I am.
- He is twice as old as me.

Hij is twee keer zo oud als ik.

I have been to London twice.

Ik ben tweemaal in Londen geweest.

I have seen "Star Wars" twice.

Ik heb "Star Wars" twee keer gezien.

He comes here twice a week.

Hij komt hier twee keer per week.

We have to go twice anyway.

- We moeten in ieder geval twee keer rijden.
- We moeten sowieso twee maal rijden.

I have been to Kyoto twice.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

I've already saved your life twice.

- Ik heb uw leven al tweemaal gered.
- Ik heb jouw leven al tweemaal gered.

I have been to America twice.

Ik ben twee keer naar Amerika geweest.

I watch television twice a week.

Ik kijk twee keer per week televisie.

- He is twice as old as I.
- He is twice as old as I am.

Hij is twee keer zo oud als ik.

- You are twice as strong as I.
- You are twice as strong as I am.

Je bent twee keer zo sterk als ik.

- You are twice as strong as I am.
- You're twice as strong as I am.

Je bent twee keer zo sterk als ik.

- Tom earns twice as much as me.
- Tom earns twice as much as I do.

Tom verdient dubbel zoveel als ik.

- Twice two is four.
- Twice two is equal to four.
- Two times two equals four.

Twee maal twee is vier.

- Twice two is four.
- Twice two is equal to four.
- Two times two is four.

Twee maal twee is vier.

Rivoli, was wounded twice and promoted Colonel.

Rivoli, raakte tweemaal gewond en promoveerde tot kolonel.

He exasperated Napoleon by twice ignoring orders.

irriteerde hij Napoleon door tweemaal bevelen te negeren.

The magazine is issued twice a month.

Het magazine komt twee keer per maand uit.

I brush my teeth twice a day.

Ik poets mijn tanden tweemaal per dag.

His father eats there twice a week.

Zijn vader eet daar tweemaal per week.

The meeting is held twice a month.

De bijeenkomst heeft twee maal per maand plaats.

I have been to the U.S. twice.

- Ik was twee keer in de Verenigde Staten.
- Ik ben tweemaal in de Verenigde Staten geweest.

He did it not once, but twice.

Hij deed dat niet eenmaal maar tweemaal.

I visit my grandmother twice a week.

Ik bezoek mijn grootmoeder twee keer per week.

She was twice mistaken for a Spaniard.

Ze werd tweemaal aangezien voor een Spanjaard.

He is twice as old as me.

Hij is twee keer zo oud als ik.

He earns twice as much as me.

Hij verdient twee keer zoveel als ik.

Yes! I won twice in a row!

Ja! Ik heb twee keer op een rij gewonnen!

I have been struck by lightning twice.

Ik ben twee keer door de bliksem getroffen geworden.

Tom teaches me French twice a week.

Tom leert me tweemaal per week Frans.

- I have been to Kyoto twice.
- I've been to Kyoto twice.
- I've been to Kyoto two times.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

Now I've been ambassador to the UN twice.

Ik was twee keer ambassadeur bij de VN.

He is twice as heavy as his wife.

Hij is twee keer zo zwaar als zijn vrouw.

My sister takes piano lessons twice a week.

Mijn zus heeft twee keer per week pianoles.

My room is twice as big as his.

Mijn kamer is twee keer groter dan die van hem.

It would cost twice as much as that.

Dat zou het dubbele kosten.

He is twice as old as I am.

Hij is twee keer zo oud als ik.