Examples of using "Froze" in a sentence and their dutch translations:
Ik bevroor.
Tom verstijfde.
Yanni verstijfde.
De computer is vastgelopen.
Het meer is compleet bevroren.
Het bloed bevroor in haar aderen.
We zijn bijna doodgevroren.
De melk bevroor en werd vast.
Jemig! M'n computer is alweer vastgelopen!
De plank vroor aan de grond vast.
Mijn bloed bevroor in mijn aderen.
Het bloed bevroor in zijn aderen.
Ze was bijna doodgevroren in de sneeuw.
We zijn bijna doodgevroren.