Examples of using "Fathers" in a sentence and their dutch translations:
Mijn vaders houden van me.
Ik nam contact op met m'n vaders.
Mijn vaders zijn oud.
Ik heb twee vaders.
Gisteren heb ik je vaders ontmoet.
Mijn vaders spreken geen Nederlands.
Fijne Vaderdag!
Mijn vaders zijn gezond.
Hij heeft zijn vaders gelukkig gemaakt.
Een voormalig minister-president van Canada, wiens vader een Franstalige inwoner van Quebec was, en zijn moeder Engelssprekend, dacht tijdens zijn kinderjaren dat ieder jongetje met zijn vader Frans spreekt en Engels met zijn moeder.