Examples of using "Correct" in a sentence and their dutch translations:
Correct!
Dat klopt.
politiek correct
- Corrigeer fouten.
- Verbeter fouten.
- Ze hebben gelijk.
- Ze zijn correct.
Het klopt.
We hebben gelijk.
- Je hebt gelijk.
- Jullie hebben gelijk.
- U hebt gelijk.
Precies!
- Klopt.
- Correct!
- Juist!
- Het klopt!
- Is dat zo?
- Klopt dat?
- Is dat correct?
- Is dat juist?
- Corrigeer dat alsjeblieft.
- Corrigeer dat alstublieft.
Je had gelijk.
- Correct!
- Juist!
Corrigeer de fouten.
- Corrigeer het alsjeblieft.
- Corrigeer het alstublieft.
- Correct!
- Juist!
Heb je gelijk?
- Verbeter uw zinnen.
- Verbeter jullie zinnen.
- Verbeter jouw zinnen.
- Corrigeer jouw zinnen.
- Corrigeer uw zinnen.
- Corrigeer jullie zinnen.
Heeft zij gelijk?
Hoe luidt het juiste antwoord?
De zin "Deze zin is grammatisch juist" is grammatisch juist.
Beide antwoorden zijn juist.
Tom heeft gelijk.
- Verbeter de volgende zinnen.
- Corrigeer de volgende zinnen.
- Loopt je horloge goed?
- Loopt uw horloge juist?
- Het is verder correct.
- Het is overigens correct.
- Het is voor de rest correct.
Is deze vertaling correct?
- Verbeter alstublieft de zin.
- Corrigeer alstublieft de zin.
Corrigeer deze zin alsjeblieft.
Beide uitspraken zijn juist.
Uw veronderstelling is juist.
Verbeter fouten, als die er zijn.
Is mijn antwoord juist?
Is deze informatie correct?
De twee schrijfwijzen zijn correct.
Ik denk dat het juist is.
Is deze zin juist?
Toms voorspelling was juist.
Jouw antwoord is juist.
- Correct!
- Juist!
Tom heeft 100% gelijk.
Tom heeft absoluut gelijk.
Klopt dat, mevrouw?
Klopt dat, meneer?
Ja.
Is mijn zin correct?
Welk bestand is het juiste?
Klopt.
Ik weet dat Tom gelijk heeft.
Als je fouten ziet, verbeter ze dan.
- Correct!
- Juist!
Verbeter me als ik het mis heb.
Welk bestand is het juiste?
Is deze zin correct, leraar?
Al wat hij zegt is waar.
In principe klopt dat verhaal.
Stop ermee zo politiek correct te zijn.
Je hebt helemaal gelijk.
U hebt gelijk.
- Ik denk dat jouw antwoord correct is.
- Ik denk dat je antwoord juist is.
- U had gelijk.
- Je had gelijk.
- Jullie hadden gelijk.
Wat hij zegt is absoluut correct.
Niemand kon het juiste antwoord geven.
Ik had gelijk.