Examples of using "Constantly" in a sentence and their dutch translations:
Hij liep voortdurend rond op slippers.
Ze vechten voortdurend.
Ik ben voortdurend aan het studeren.
Tom klaagt voortdurend.
Tom klaagt voortdurend.
Ze maakten voortdurend ruzie.
Hij klaagt voortdurend.
Ik mis je voortdurend.
Ze kijkt voortdurend televisie.
De wind waait constant.
Tom was voortdurend bezorgd.
Software evolueert voortdurend.
Tom spreekt zichzelf voortdurend tegen.
Ze schrijft constant brieven.
Ik praat constant met mezelf.
Hij bekritiseert voortdurend andere mensen.
Computers worden steeds verbeterd.
Tom en Maria vechten voortdurend.
Ik vergeet voortdurend namen.
Zijn vrouw zit voortdurend aan zijn kop te zeuren.
Ze controleert voortdurend haar telefoon.
- Ik check haar Facebookpagina voortdurend.
- Ik controleer haar Facebookpagina constant.
Deze oude auto gaat steeds kapot.
Stel je voor dat je een vriend had die je constant wees
Ik mis je voortdurend.
Mijn vader is aan het klagen; hij is constant bezig geweest sinds vorige week.
Ik vergeet altijd namen van mensen.
Ik praat constant met mezelf.
Tom en Maria vechten voortdurend.
De laatste tijd heb ik een gevoel dat er iemand mij constant volgt.
Zij weent voortdurend.
De oceaan is een enorme watermassa die constant in beweging is.
Ik was met mijn kinderen in de dierentuin en mijn telefoon bleef maar gaan.
Ze huilt voortdurend
De gestadige drup holt de steen.
Als je dat waterpistool wilt hebben, moet je er zelf maar voor sparen. Ik kan geen speelgoed voor je blijven kopen. Het geld groeit niet op m'n rug.