Examples of using "Complaining" in a sentence and their dutch translations:
Stop met klagen.
Wie klaagt?
Wie klaagt?
- Stop met klagen.
- Hou op met klagen.
Gij klaagt altijd maar!
Tom klaagde niet.
Tom klaagt.
Klagen zal niets veranderen.
Hij klaagt voortdurend.
Hou op met klagen.
Stop met zeuren.
Waar klagen ze over?
Ik heb genoeg van Toms geklaag.
Hij beklaagt zich altijd over het eten.
Tom is altijd aan het klagen over Maria.
Wij hebben genoeg van uw geklaag.
Ik ben uw voortdurend geklaag moe.
Hou op met klagen en doe wat men u zegt!
Ze klaagt altijd over haar werk.
Mijn grootmoeder klaagt altijd van de kou.
Hij klaagt altijd over zijn lage salaris.
Hoelang ben je nog van plan te klagen?
Hij klaagt voortdurend over dit of dat.
Ik wil je gejammer niet meer horen.
Hij klaagt altijd over hoe klein zijn kamer is.
Mijn vader is aan het klagen; hij is constant bezig geweest sinds vorige week.
Als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen liefst zonder klagen.
Je weet niet hoe zat ik al deze klachten ben.
- Ik wil niets meer horen van je geklaag.
- Ik wil je gejammer niet meer horen.
- Ik wil je gejank niet meer aanhoren.
- Ik wil je geklaag niet meer horen.
Tom klaagt voortdurend.
Ik wil niets meer horen van je geklaag.
Ik wil je gejank niet meer aanhoren.
Als je geen zonnebrandcrème op wilt doen, is dat jouw probleem. Maar kom dan niet klagen als je bent verbrand.