Examples of using "Colour" in a sentence and their dutch translations:
Welke kleur is oranje?
Rood is een kleur.
Welke kleur is jouw potlood?
Mijn lievelingskleur is paars.
Welke kleur heeft de vogel?
Ik hou van de kleur geel.
Iedere kleur heeft een betekenis.
Welke kleur is deze bloem?
Paars is een opvallende kleur.
Ik ben kleurenblind.
Tom verkleurde.
De kleur van Esperanto is groen.
Tom is rood-groen kleurenblind.
- Vind je de gele kleur leuk?
- Vinden jullie de gele kleur leuk?
- Vindt u de gele kleur leuk?
Welke kleur heeft de auto die ze voor zichzelf gekocht heeft?
- Wat is jouw favoriete kleur?
- Wat is jouw lievelingskleur?
- Welke is uw lievelingskleur?
- Wat is je lievelingskleur?
Welke kleur heeft de auto die ze zelf gekocht heeft?
Ik hou van die kleur.
Ik haat die kleur.
Welke kleur is dit?
Ik hou van geel.
Die kleur is afgrijselijk.
Ik ben kleurenblind want mijn grootvader was het ook.
Welke kleur heeft de deur van dat huis?
Tom weet niet welke kleur hij moet kiezen.
Iedereen vraagt me hoe het is om kleurenblind te zijn.
Groen is mijn lievelingskleur.
Een regenboog is een zevenkleurige boog in de lucht.
Welke kleur had Napoleons schimmel?
Mijn favoriete kleur is rood.
Deze shirts zijn hetzelfde. Ze hebben dezelfde kleur. .
- Mijn favoriete kleur is oranje.
- Mijn lievelingskleur is oranje.
Mijn lievelingskleur is blauw.
Vind je deze kleur leuk?
Welke kleur heeft jouw jas?
Maria veranderde van haarkleur en Tom merkte het niet eens.
In de nazomer en herfst kun je de bladeren zien verkleuren.
Welke kleur is dit?
Mijn favoriete kleur is oranje.
- Wat is jouw favoriete kleur?
- Wat is jouw lievelingskleur?
- Welke is uw lievelingskleur?
Een artiest moet zin voor kleuren hebben.