Examples of using "Cloth" in a sentence and their dutch translations:
Dit doek voelt zacht aan.
Geen propere doek,
Zwarte stoffen absorberen het licht.
- Dit doek voelt zacht aan.
- Deze doek voelt zacht aan.
Dit doek scheurt gemakkelijk.
Dat tafellaken is hoognodig aan een wasbeurt toe.
Ik heb veel doeken gekocht.
Dit kledingstuk is gemaakt van katoen.
Maak het raam schoon met een vochtige doek.
- Deze broek is van duurzame stof gemaakt.
- Deze broek is uit duurzame stof vervaardigd.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.