Translation of "Sneeuwen" in Turkish

0.006 sec.

Examples of using "Sneeuwen" in a sentence and their turkish translations:

- Het zal morgen sneeuwen.
- Het gaat morgen sneeuwen.

Yarın kar yağacak.

- Het gaat sneeuwen vandaag.
- Het gaat vandaag sneeuwen.

Bugün kar yağacak.

- Morgen gaat het sneeuwen.
- Morgen zal het sneeuwen.

Yarın kar yağacak.

Het gaat sneeuwen.

Kar yağacak.

- Het is begonnen te sneeuwen.
- Het begon te sneeuwen.
- Het is beginnen te sneeuwen.

Kar yağışı başladı.

- Misschien gaat het sneeuwen.
- Het is mogelijk dat het gaat sneeuwen.
- Misschien zal het sneeuwen.

Kar yağabilir.

- Het is begonnen te sneeuwen.
- Het is beginnen te sneeuwen.

Kar yağmaya başlıyordu.

Het blijft maar sneeuwen.

Durmadan kar yağıyor.

Morgen gaat het sneeuwen.

Yarın kar yağacak.

Het begon te sneeuwen.

- Kar yağmaya başladı.
- Kar yağışı başladı.

Het gaat vandaag sneeuwen.

Bugün kar yağacak.

Het kan vanavond sneeuwen.

Bu gece kar yağabilir.

Zal het vanavond sneeuwen?

Bu gece kar yağacak mı?

- Misschien gaat het sneeuwen.
- Misschien zal het sneeuwen.
- Misschien sneeuwt het.

Belki kar yağar.

Het is weer gaan sneeuwen.

Yine kar yağmaya başladı.

Vanmiddag gaat het misschien sneeuwen.

Öğleden sonra kar yağabilir.

Waarschijnlijk gaat het morgen sneeuwen.

Yarın muhtemelen kar yağacak.

Het was aan het sneeuwen.

- Kar yağışıydı.
- Kar yağıyordu.

Het moet morgen gaan sneeuwen.

Yarın kar yağması bekleniyor.

Het is begonnen te sneeuwen.

Kar yağmaya başladı.

Waarschijnlijk zal het vanavond sneeuwen.

Bu gece kar yağabilir.

Het is gestopt met sneeuwen.

Kar yağması durdu.

Een uur geleden stopte het met sneeuwen.

Bir saat önce kar yağışı durdu.

Ik geloof dat het morgen gaat sneeuwen.

Yarın kar yağıyor olacağına inanıyorum.

- Misschien gaat het sneeuwen.
- Misschien sneeuwt het.

Kar yağabilir.

- Het sneeuwt.
- Het is aan het sneeuwen.

Kar yağıyor.

Volgens een weersvoorspelling zal het morgen sneeuwen.

Hava tahminlerine göre yarın kar yağacak.

Volgens het weerbericht gaat het morgen sneeuwen.

Hava tahminine göre yarın kar yağacak.

- Wanneer ik de gordijnen opende was het aan het sneeuwen.
- Het was aan het sneeuwen wanneer ik de gordijnen opende.

Perdeyi açtığımda kar yağıyordu.

- Het sneeuwt weer.
- Het is weer aan het sneeuwen.

Yine kar yağıyor.

- Oh, het sneeuwt!
- Oh, het is aan het sneeuwen!

Oh, kar yağıyor!

- Waarschijnlijk krijgen we morgen sneeuw.
- Waarschijnlijk gaat het morgen sneeuwen.

Yarın muhtemelen kar yağacak.

- Het lijkt op sneeuw richting de avond.
- Het lijkt erop dat het gaat sneeuwen tegen de avond.

Akşama doğru kar yağacak gibi görünüyor.