Translation of "Wakker" in Spanish

- Maak ze wakker.
- Maak hen wakker.

Despertalos.

- Word alsjeblieft wakker.
- Word alstublieft wakker.

Despiértese, por favor.

- Word wakker, Tom.
- Wakker worden, Tom.

Despiértate, Tom.

- Tom, word wakker.
- Tom, wakker worden.

Tom, despierta.

Word wakker!

- ¡Despierta!
- ¡Despiértate!

Blijf wakker.

- Mantente consciente.
- Mantente despierto.
- No te duermas.

Word wakker.

Despierta.

Ik ben wakker.

Estoy despierto.

Ze werd wakker.

Ella se despertó.

Maak hem wakker.

Despertalo.

Maak haar wakker.

Despertala.

Ben je wakker?

¿Estás levantado?

Tom is wakker.

Tom está despierto.

Ik werd wakker.

Me desperté.

Ze is wakker.

Está despierta.

Hij is wakker.

Él está despierto.

Maak me wakker.

- Despiértame.
- Despertadme.
- Despiértenme.

Maak Tom wakker!

Despierta a Tom.

- Ga en maak Mary wakker.
- Ga Mary wakker maken.

Vete a despertar a Mary.

Nu is vader wakker.

Ahora papá está despierto.

Kom op, wakker worden.

Vamos, despierta.

Ga Mary wakker maken.

- Vete a despertar a Mary.
- Ve a despertar a Marie.

Maak nooit slaapwandelaars wakker.

Nunca despiertes a los sonámbulos.

- Word wakker!
- Wees realistisch!

Abre los ojos.

Ik maakte je wakker.

Te he despertado.

De baby is wakker.

El bebé está despierto.

Koffie houdt me wakker.

El café me mantiene despierta.

Ik word vroeg wakker.

Despierto temprano.

Maak hem niet wakker.

No lo despiertes.

We moeten wakker worden.

Tenemos que despertarnos.

Tom werd naakt wakker.

Tom despertó desnudo.

Probeer wakker te blijven.

Trate de mantenerse despierto.

Waarom ben je wakker?

¿Por qué estás levantada?

- Sta op.
- Word wakker!

- ¡Despierta!
- ¡Despiértate!

Ik ben net wakker.

Acabo de despertarme.

Meestal word ik laat wakker.

Normalmente me levanto tarde.

Is de baby wakker geworden?

¿Se despertó el bebé?

Vandaag werd ik vroeg wakker.

- Hoy me he levantado pronto.
- Me desperté temprano hoy.

Meneer Jordan werd plots wakker.

El señor Jordan despertó repentinamente.

We werden na middernacht wakker.

Nos despertamos pasada la medianoche.

Ben je nog steeds wakker?

¿Está usted todavía despierto?

Oude mensen worden vroeg wakker.

- Los ancianos se levantan pronto.
- Los ancianos se levantan temprano.

Is Tom nog steeds wakker?

¿Tom esta todavía despierto?

Heb ik je wakker gemaakt?

¿Te desperté?

Ik ben net wakker geworden.

Me acabo de despertar.

Maak geen slapende kat wakker.

No despiertes a ningún gato durmiente.

Ik werd na middernacht wakker.

Desperté pasada la medianoche.

- Wat maakte je wakker?
- Wat maakte u wakker?
- Wat maakte jullie wakker?
- Wat wekte u?
- Wat wekte jullie?
- Wat wekte je?

- ¿Qué te ha despertado?
- ¿Qué te despertó?

- Maakt de pijn je 's nachts wakker?
- Maakt de pijn u 's nachts wakker?

¿El dolor te despierta por las noches?

Wie schudde China en India wakker?

¿quién despertó a China y a la India?

...wordt een familie uilaapjes net wakker.

una familia de micos nocturnos se está despertando.

Ik bleef de hele nacht wakker.

Me quedé despierto toda la noche.

Ik wil Tom niet wakker maken.

No quiero despertar a Tom.

Toen ik wakker werd, sneeuwde het.

- Estaba nevando cuando me desperté.
- Cuando me desperté estaba nevando.

De vrouw maakt het meisje wakker.

La mujer despierta a la niña.

Ze wordt om zeven uur wakker.

Ella se despierta a las siete.

Sorry, heb ik je wakker gemaakt?

Perdona, ¿te he despertado?