Translation of "Neef" in Spanish

0.007 sec.

Examples of using "Neef" in a sentence and their spanish translations:

- Hij is mijn neef niet.
- Hij is niet mijn neef.

No es mi primo.

John is mijn neef.

John es mi sobrino.

Tom is mijn neef.

Tom es mi primo.

Haar neef woont in Europa.

- Su prima vive en Europa.
- Su primo vive en Europa.

Luke, ik ben je neef.

Luke, yo soy tu primo.

Hij is niet mijn neef.

No es mi primo.

Morgen komt er een verre neef.

Mañana vendrá un primo lejano.

Mijn neef is allergisch voor eieren.

Mi sobrino es alérgico a los huevos.

Ik heb een neef die advocaat is.

Tengo un primo abogado.

Mijn neef is iets ouder dan ik.

- Mi primo es un poco mayor que yo.
- Mi prima es un poco mayor que yo.

We verrasten mijn neef met een verjaardagsfeestje.

Sorprendimos a mi primo con una fiesta de cumpleaños.

John is niet mijn broer maar mijn neef.

John no es mi hermano, sino mi primo.

De zoon van mijn zus is onze neef.

El hijo de mi hermana es nuestro sobrino.

- Dit is mijn neef.
- Dit is mijn nicht.

- Este es mi primo.
- Esta es mi prima.

De zoon van mijn broer is mijn neef.

El hijo de mi hermano es mi sobrino.

Mijn neef, die advocaat is, is momenteel in Frankrijk.

Mi primo, que es abogado, está actualmente en Francia.

Wist je dat Tom en Maria neef en nicht waren?

¿Sabías que Tom y Mary eran primos?

- Hij is niet mijn kozijn.
- Hij is niet mijn neef.

No es mi primo.

- Luke, ik ben je neef.
- Luke, ik ben je nicht.

Luke, yo soy tu primo.

- Morgen komt er een verre neef.
- Morgen komt er een verre nicht.

Mañana vendrá un primo lejano.

Hrolf wordt gedood door iemand die zijn neef Hjörvard lijkt te zijn geweest.

Hrolf es asesinado por alguien que parece haber sido su primo Hjörvard.

Zijn eigen neef Hjorvard deed een verrassingsaanval op de hal van de koning.

Su propio primo Hjorvard hizo un ataque sorpresa al amanecer en el salón del rey.

- Ik heb een kozijn die advocaat is.
- Ik heb een neef die advocaat is.

Tengo un primo abogado.

- We verrasten mijn neef met een verjaardagsfeestje.
- We verrasten mijn nicht met een verjaardagsfeestje.

Sorprendimos a mi primo con una fiesta de cumpleaños.

- Hij ging weg om bij zijn kozijn te blijven.
- Hij ging bij zijn neef logeren.

Él se fue a quedar donde su primo.

- Tom zal bij zijn neef blijven tijdens Kerstmis.
- Tom zal bij zijn nicht blijven tijdens Kerstmis.

Tom se va a quedar con su primo durante la Navidad.

- Hij is niet mijn broer. Hij is mijn kozijn.
- Hij is mijn broer niet. Hij is mijn neef.

Él no es mi hermano. Es mi primo.