Examples of using "Klaarkomen" in a sentence and their spanish translations:
Je had niet zo vlug moeten klaarkomen.
- No deberías haber acabado tan pronto. - No deberías haberte venido tan pronto.
- Je had niet zo vlug moeten klaarkomen. - Je hoefde niet zo vroeg klaar te komen. - U hoefde niet zo vroeg klaar te komen. - Jullie hoefden niet zo vroeg klaar te komen.