Translation of "Zaken" in Portuguese

0.008 sec.

Examples of using "Zaken" in a sentence and their portuguese translations:

Zaken zijn zaken.

- Negócios são negócios.
- Negócio é negócio.

De zaken gaan traag.

O negócio está fraco.

Hoe gaan de zaken?

- Como vão os negócios?
- Como estão os negócios.

Politieke zaken moeten onafhankelijk zijn.

Os assuntos políticos devem ser totalmente independentes.

Gedane zaken nemen geen keer.

Não adianta chorar pelo leite derramado.

Dit maakt veel zaken duidelijk.

Isto é muito revelador.

Ik ben hier voor zaken.

- Estou aqui a negócios.
- Eu estou aqui a negócios.

Duistere nachten kunnen de zaken vergemakkelijken.

Terão a vida mais facilitada quando as noites forem mais escuras.

Bemoei je met je eigen zaken.

Cuide da sua vida.

Beperk het tot daadwerkelijk urgente zaken.

só vá por motivos realmente urgentes.

Bemoei je met je eigen zaken!

- Cuide das suas próprias coisas!
- Não é da sua conta!

Bemoei je niet met andermans zaken!

- Não se meta nos assuntos dos outros!
- Não te metas nos assuntos dos outros!

- Bemoei je met je eigen zaken.
- Steek je neus niet in andermans zaken.
- Dat gaat je niks aan.
- Bemoei je niet met andermans zaken!

- Não meta o nariz em vaso alheio.
- Cuida de ti e nada mais.
- Cuide de você e nada mais.
- Cuide da sua vida.

Je moet niet op de zaken vooruitlopen.

Não ponha a carroça na frente dos bois.

Spreek niet over zaken tijdens het eten.

Não fale de negócios enquanto comemos.

Ik meng niet graag zaken met plezier.

Não gosto de misturar negócios com diversão.

De jongere generatie ziet de zaken anders.

A geração dos jovens vê as coisas de forma diferente.

Dit is geen juiste voorstelling van zaken.

Esta representação não corresponde à realidade.

Er zijn belangrijkere zaken in dit leven.

- Há coisas mais importantes nesta vida.
- Tem coisas mais importantes nesta vida.

Hij liet niemand zich met zijn zaken bemoeien.

Ele não deixava ninguém se intrometer nos seus assuntos pessoais.

De twee zaken sluiten elkaar niet noodzakelijkerwijs uit.

As duas coisas não são necessariamente mutualmente exclusivas.

De zaken hebben een geheel ander aanzien gekregen.

As coisas tomaram um aspecto totalmente diverso.

Je mag je niet bemoeien met andermans zaken.

- Não se meta onde não é chamado.
- Você não deve intrometer-se nos assuntos dos outros.
- Você não se deve intrometer nos assuntos alheios.

Waarom bemoei je je niet met je eigen zaken?

- Por que você não cuida de seus negócios?
- Por que você não se importa com seu próprio negócio?

Het was prettig om zaken met u te doen.

Foi um prazer negociar com você.

George deed op dezelfde manier zaken als zijn vader.

Jorge fazia negócios como seu pai.

Om de zaken nog erger te maken, werd hij ziek.

Para piorar ainda mais as coisas, ele ficou doente.

In die werkgroep ben ik verantwoordelijk voor digitale zaken en massamedia.

Nesse grupo de trabalho sou responsável pelos negócios digitais e pelos meios de comunicação de massa.

- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe staan de zaken?

Como vão as coisas?

Voor mij zijn dat drie zaken. Ik put kracht uit mijn gezin.

Para mim, a força vem dos três pilares. A minha força vem da minha família,

Het is niet zijn bedoeling om zich met jouw zaken te bemoeien.

Ele não tem nenhuma intenção de interferir em seus assuntos.

Terwijl ik over dat soort zaken nadacht, keek ik weer naar "Duck Soup"

Pensando naquele tipo de coisas, assisti a "Duck Soup" mais uma vez.

- Er zijn belangrijkere dingen in het leven.
- Er zijn belangrijkere zaken in dit leven.

- Há coisas mais importantes nesta vida.
- Tem coisas mais importantes nesta vida.

- Dat gaat je niks aan.
- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dat gaat je niets aan.

Isto não te interessa.

- Dat gaat me niet aan.
- Dat is ver van mijn bed.
- Het zijn mijn zaken niet.

Isso não é comigo.

- Men moet het paard niet achter de wagen spannen.
- Je moet niet op de zaken vooruitlopen.

Não se deve pôr o carro à frente dos bois.

- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dit heeft met jou niets te maken.
- Dat gaat je niets aan.

Não é da sua conta.

- Dat gaat je niks aan.
- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dat gaat je niets aan.
- Dat gaat jullie niets aan.

- Não é da sua conta.
- Isso não te interessa.
- Isto não te interessa.
- Isto não é da sua conta!
- Isso não lhe diz respeito.