Translation of "Eet" in Polish

- Eet langzaam!
- Eet langzaam.

Jedz powoli.

- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.

Smacznego!

Eet!

Jedz!

- Wat eet je?
- Wat eet u?

Co jesz?

- Eet u vlees?
- Eet je vlees?

- Czy jesz mięso?
- Jesz mięso?
- Jecie mięso?

Eet smakelijk.

Smacznego!

Eet langzaam.

Jedz posiłki powoli.

Hij eet.

Je.

Eet alles.

Niech pan zje wszystko.

Ik eet.

Jem.

Eet smakelijk!

Smacznego!

Eet fruit!

Jedz owoce!

Eet iets.

Zjedz coś.

U eet.

Jedzą.

- Eet wat je wilt.
- Eet wat ge wilt.
- Eet al wat ge wilt.

Jedz, co chcesz.

- Eet je groenten op.
- Eet uw groenten op.

Zjedz swoje warzywa.

Ik eet brood.

Jem chleb.

Eet en drink.

Jedz i pij.

Eet het op.

Zjedz to.

Hij eet veel.

On dużo je.

Ze eet iets.

Ona coś je.

Ik eet hier.

Zjem tutaj.

Eet meer groenten.

Jedz więcej warzyw.

Ik eet vlees.

Jem mięso.

Wat eet Ken?

Co je Ken?

Tom eet oesters.

Tom je ostrygi.

Ik eet kaas.

Jem ser.

De hond eet.

Pies je.

De kat eet.

Kot je.

Eet je vlees?

Jesz mięso?

Zij eet iets.

Ona coś je.

Eet meer eiwitten.

Jedz więcej białka.

Ik eet soep.

Jem zupę.

Wat eet je?

Co jesz?

Ik eet langzaam.

Jem powoli.

- Eet gij 's morgens thuis?
- Eet jij 's morgens thuis?

- Śniadanie jesz w domu?
- Jesz śniadanie w domu?

...en eet ik ze?

i zjeść?

Ik eet een appel.

Jem jabłka.

Ik eet graag appels.

Lubię jeść jabłka.

Ze eet alleen groenten.

Ona je tylko warzywa.

Eet niet te veel.

Nie jedz zbyt dużo.

Zij eet een appel.

Ona je jabłko.

De vrouw eet brood.

Kobieta je chleb.

Ik eet altijd ontbijt.

Zawsze jem śniadanie.

De man eet brood.

Mężczyzna je chleb.

Hoe eet je dit?

Jak to się je?

Eet de oesters niet.

Nie jedz ostryg.

De eekhoorn eet pizza.

Wiewiórka je pizzę.

Mijn hond eet druiven.

Mój pies je winogrona.

Hij eet een appel.

On je jabłko.

De kat eet brood.

- Kot je chleb.
- Kot zjada chleb.

Ik eet levende ratten.

Jem żywe szczury.

Wie eet graag bonen?

Kto lubi jeść fasolę?

Ik eet geen vis.

Nie jem ryb.

- Ik eet noedels.
- Ik eet pasta.
- Ik ben pasta aan het eten.

Jem kluski.

De kat eet de muis.

Kot je mysz.

Ik eet met mijn handen.

Jem rękami.

Mary eet geen rood vlees.

Mary nie je czerwonego mięsa.

Waarom eet je geen groenten?

Czemu nie jesz warzyw?

Ik eet elke ochtend ontbijt.

Każdego ranka jem śniadanie.

Tom eet minder dan Mary.

Tom je mniej niż Mary.

Deze hond eet bijna alles.

Ten pies je prawie wszystko.

Mijn vader eet weinig fruit.

Mój ojciec nie je dużo owoców.

Ik eet niet graag alleen.

Nie lubię jeść sam.

- Ik eet rijst.
- Ik ben rijst aan het eten.
- Ik eet nu rijst.

Jem ryż.

Hoe doodt en eet ze die?

Jakim cudem je zabija i zjada?

Wat eet je meestal voor ontbijt?

Co pan je na śniadanie?

Als je niet eet, sterf je.

Jeśli nie będziesz jeść, umrzesz.

Ik eet omdat ik honger heb.

Jem, bo jestem głodny.

Mijn vader eet niet veel fruit.

Mój ojciec nie je dużo owoców.

Wat voor soort brood eet je?

Jaki rodzaj chleba jesz?

Mayuko eet brood voor het ontbijt.

Mayuko je chleb na śniadanie.

Hij eet aan één stuk door.

On ciągle coś podjada.

Hij eet niets anders dan fruit.

On je wyłącznie owoce.