Translation of "'we" in Japanese

0.098 sec.

Examples of using "'we" in a sentence and their japanese translations:

- We spraken.
- We praatten.
- We hebben gepraat.

僕らは話した。

- Zijn we weg?
- Zullen we?

行きましょうか。

- We hielden ons stil.
- We hebben ons stil gehouden.
- We zwegen.
- We hebben gezwegen.

私たちは静かにしていた。

Kunnen we zeggen dat we mediteren.

瞑想に入ったと言えます

- We zijn studenten.
- We zijn leerlingen.

私たちは学生です。

We zien wat we willen zien.

見たいものを見ます。

- We verbouwen rijst.
- We telen rijst.

私たちは米をつくっている。

- Laten we doen alsof we buitenaardse wezens zijn.
- Laten we doen alsof we vreemdelingen zijn.

みんな宇宙人になったつもりで。

- Laten we doen alsof we buitenaardse wezens zijn.
- Laten we doen alsof we aliens zijn.

- みんな宇宙人になったつもりで。
- 宇宙人ごっこしようよ。

- We vallen hem lastig.
- We storen hem.
- We hebben hem lastiggevallen.
- We hebben hem gestoord.

私たちは彼の邪魔をした。

We gaan.

行くぞ

We wachtten.

僕らは待った。

We wonnen.

- 俺らの勝ちー!
- 勝ったぞ!

We proberen.

- 私たちは、試す。
- 私たちは努力しております。

We huilen.

私たちは泣いているの。

Bestaan we?

我々は存在しますか?

Gaan we?

- 行きましょうか。
- そろそろ行こうか。

- Laten we honkbal spelen.
- Laten we honkballen.
- Laten we honkbal spelen!

野球をしましょう。

We moeten zorgen dat we beneden komen.

下に行く道を探さなきゃ

Dus we gaan vechten? Daar gaan we.

戦うのか? いいぞ

We gaan verder... ...zo ver we komen.

ひたすら進んで― ただ頑張るか

Moeten we springen? Of gaan we abseilen?

飛び降りる? ロープで下りる?

Laten we zien wat we kunnen vinden.

中に入って見てみよう

Laten we doen alsof we soldaten zijn.

僕らは兵士のふりをしようよ。

We kennen elkaar sinds we kinderen waren.

僕たちは子供のころからの知り合いです。

- We hebben Engels gestudeerd.
- We studeerden Engels.

私達は英語を勉強した。

- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan.

行きましょう。

- We beluisteren muziek.
- We luisteren naar muziek.

私たちは音楽を聴いている。

We zien wat we verwachten te zien.

私たちは見えるだろうと思うものを見るのである。

- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan!

- 行くよ。
- 行きましょう。
- まあ行ってみよう。
- さあ、行くぞ。
- 行こう!

- We hebben Frans geleerd.
- We leerde Frans.

フランス語を習ったんだ。

- Laten we honkbal spelen.
- Laten we honkballen.

野球をしましょう。

- Laten we gaan eten.
- Laten we eten.

食べましょう。

- Laten we honkbal spelen!
- Laten we honkballen!

- 野球をしましょう。
- さぁ、野球をしよう!

- Hier zijn we dan.
- Hier zijn we!

さあ着いたぞ。

En vaak wanneer we generaliseren, doen we dat niet omdat we bidden.

しばし 人が何かを一般化するとき それは祈っているからではありませんよね

- Laten we vliegers oplaten.
- Laten we gaan kiten.
- Laten we gaan vliegeren.

凧揚げをしよう。

- We zijn praktisch gezien familie.
- We zijn praktisch familie.
- We zijn nagenoeg familie.

家族みたいなものだしね。

"We rouwden niet alleen, we waren ook verdacht."

ただでさえ悲嘆に暮れているのに 容疑者にもなってしまったのです

Kunnen we leren hoe we ervan kunnen profiteren.

その弱みを最大限に生かす方法を 学ぶことができます

Wat gaan we doen? Gebruiken we de grot...

どうする? このほら穴を使う?

We hebben de stok, we pinnen hem vast.

棒がある 奴を刺すぞ

...vinden we mogelijk meer spinnen dan we aankunnen.

手に負えないほどの クモを見つけるかも

Als we geluk hebben vangen we een schorpioen.

サソリがつかまえられるかも

Maar we weten dat we dit moeten oplossen,

でも なんとかしなくては なりませんよね

Als we willen nadenken over wat we meten,

そして 評価対象を見直し

We zijn mannen. We gaan het verkeerd doen.

男性ですから きっと失敗します

We hebben 11 talenversies, we hebben miljoenen kijkers,

サイトは11の言語に対応しており 数百万回 閲覧されています

We zagen de vogel toen we Okinawa bezochten.

沖縄を訪れた時私たちはその鳥を見た。

- We zullen het schilderen.
- We zullen het verven.

ペンキを塗るからいいわ。

- Laten we beginnen.
- Laten we dan maar beginnen.

では始めましょう。

- We vervolgen de discussie.
- We vervolgen het gesprek.

討論を継続する。

- We houden niet van geweld.
- We verwerpen geweld.

私たちは暴力が嫌いだ。

- We gingen honkbal spelen.
- We gingen baseball spelen.

僕たちは野球をしようとしていました。

We wisten niet welke bus we moesten nemen.

私たちはどちらのバスに乗るべきかわからなかった。

- Laten we ons vermaken.
- Laten we plezier hebben.

楽しくやりましょう。

- Laten we eens kijken.
- Laten we eens overlopen.

見直しをしようじゃないか。

- Morgen bezoeken we je.
- Morgen bezoeken we jullie.

私たちは明日、あなたのところを訪問します。

- We zijn allemaal blij.
- We zijn allemaal gelukkig.

私達はみんな幸せです。

- We willen volledige zinnen.
- We willen hele zinnen.

私たちは完全な文を求めています。

We moeten iets hebben waar we voor leven.

- 私たちは何か生きていく目標をもたねばならない。
- 私たちは何か生きがいを持たなければならない。

- Ja, dat kunnen we.
- Ja we kunnen het.

私たちにはできるのです。

- We maken allen fouten.
- We maken allemaal fouten.

- 私たちはみんな間違いをする。
- 私たちの誰もが誤りを犯す。

- Goed, laten we beginnen.
- Nou, laten we beginnen.

さあそれでは始めよう。

- Laten we beginnen.
- Laten we van start gaan.

始めましょう。

We gaan naar school omdat we willen leren.

私たちは勉強したいので学校へ行きます。

- Laten we ons haasten!
- Laten we ons haasten.

急ぎましょう。

We hebben meer klanten dan we kunnen tellen.

私どもには数えられないほどたくさんのお得意先がございます。

We moeten veranderen.

私たちは変わる必要があります

Zijn we kwaadaardig?

私たちは 邪悪なのでしょうか?

We gaan verder.

よし 進もう

Laten we gaan.

よし

Daar gaan we.

行くぞ

We hebben gekozen.

選(えら)んだな

We kruipen erin.

中に入ろう

En we kunnen.

行こう

Laten we doorgaan.

進もう

We gaan snel.

速いな

We moeten opschieten.

急いで

We doen het.

よし