Translation of "Talen" in German

0.016 sec.

Examples of using "Talen" in a sentence and their german translations:

- Hoeveel talen spreekt u?
- Hoeveel talen spreken jullie?
- Hoeveel talen spreek jij?
- Hoeveel talen spreek je?

- Wie viele Sprachen sprichst du?
- Wie viele Sprachen sprecht ihr?
- Wie viele Sprachen sprechen Sie?

- Hoeveel talen spreekt u?
- Hoeveel talen spreken jullie?
- Hoeveel talen spreek jij?
- Hoeveel talen spreek je?
- Hoeveel talen kan je spreken?

- Wie viele Sprachen sprichst du?
- Wie viele Sprachen sprecht ihr?
- Wie viele Sprachen sprechen Sie?

- Welke talen spreek je?
- Welke talen spreekt u?
- Welke talen spreken jullie?

Welche Sprachen sprichst du?

- Ik hou van talen.
- Ik hou van talen!
- Ik houd van talen!

- Ich liebe Sprachen.
- Ich mag Sprachen!
- Mir gefallen die Sprachen!

- Hoeveel talen spreek jij?
- Hoeveel talen spreek je?
- Hoeveel talen kan je spreken?

Wie viele Sprachen sprichst du?

- Ik hou van talen!
- Ik houd van talen!

Ich mag Sprachen!

- Ik hou van talen.
- Ik hou van talen!

- Ich mag Sprachen.
- Ich liebe Sprachen.
- Ich mag Sprachen!

- Hoeveel talen spreekt u?
- Hoeveel talen spreken jullie?

- Wie viele Sprachen sprecht ihr?
- Wie viele Sprachen sprechen Sie?

Hij spreekt 10 talen.

Er spricht zehn Sprachen.

Ze spreekt tien talen.

Sie spricht zehn Sprachen.

Hij spreekt vier talen.

Er spricht vier Sprachen.

Hoeveel talen spreken jullie?

Wie viele Sprachen sprecht ihr?

Zij kent tien talen.

Sie kann zehn Sprachen.

Je spreekt zoveel talen!

Du sprichst so viele Sprachen!

Talen leren is interessant.

Sprachen zu lernen ist interessant.

Ik hou van talen.

- Ich mag Sprachen.
- Ich liebe Sprachen.
- Ich mag Sprachen!

Jorge spreekt vier talen.

Jorge spricht vier Sprachen.

Ik spreek drie talen.

Ich spreche drei Sprachen.

Hoeveel talen spreek je?

Wie viele Sprachen sprichst du?

Hoeveel talen spreek jij?

Wie viele Sprachen sprichst du?

Ik spreek vijf talen.

Ich spreche fünf Sprachen.

Tom spreekt meerdere talen.

Tom spricht mehrere Sprachen.

Welke talen spreekt gij?

Welche Sprachen sprichst du?

Hij spreekt vijf talen.

Er spricht fünf Sprachen.

Ik houd van talen!

Ich mag Sprachen!

Hoeveel talen spreekt u?

Wie viele Sprachen sprechen Sie?

Tom spreekt veel talen.

Tom kann viele Sprachen zum Einsatz bringen.

- Hoeveel talen kunt ge goed spreken?
- Hoeveel talen kun je vlot spreken?
- Hoeveel talen spreek je goed?

- Wie viele Sprachen kannst du gut sprechen?
- Wie viele Sprachen können Sie gut sprechen?
- Wie viele Sprachen könnt ihr gut sprechen?

Talen zijn niet gebeiteld in steen. Talen leven door ons allemaal.

Sprachen sind nicht in Stein gemeißelt. Sprachen leben durch uns alle.

- Ik ben gek op Semitische talen.
- Ik hou van Semitische talen.

Ich liebe semitische Sprachen.

- Ik vind het leuk om talen te leren.
- Ik vind talen leren leuk.
- Ik hou van talen leren.

Ich lerne gerne Sprachen.

- Welke talen spreekt men in België?
- Welke talen spreken ze in België?

Welche Sprachen spricht man in Belgien?

- Ze spreken veel talen in Spanje.
- Men spreekt veel talen in Spanje.

In Spanien spricht man viele Sprachen.

- Welke vreemde talen heeft u gestudeerd?
- Welke vreemde talen heb je gestudeerd?

- Welche Fremdsprachen haben Sie gelernt?
- Welche Fremdsprachen hast du gelernt?

- Hoeveel talen zijn er op de wereld?
- Hoeveel talen zijn er wereldwijd?

Wie viele Sprachen gibt es auf der Welt?

Hoeveel talen kan je spreken?

- Wie viele Sprachen kannst du?
- Wie viele Sprachen können Sie?
- Wie viele Sprachen könnt ihr?

Jorge kan vier talen spreken.

Jorge spricht vier Sprachen.

Ik hou van vreemde talen.

Ich mag Fremdsprachen!

Ik leer talen als hobby.

Ich lerne Sprachen als Hobby.

Ik spreek geen drie talen.

Ich spreche keine drei Sprachen.

Welke talen spreek je, Tom?

Welche Sprachen sprichst du, Tom?

Hij kan vijf talen spreken.

Er spricht fünf Sprachen.

Zij kan tien talen spreken.

Sie kann zehn Sprachen sprechen.

Ik leer twee vreemde talen.

Ich lerne zwei Fremdsprachen.

Mary spreekt twee vreemde talen.

Maria spricht zwei Fremdsprachen.

Ik hou van talen leren.

- Ich lerne sehr gerne Sprachen.
- Ich lerne gerne Sprachen.
- Ich lerne gern Sprachen.

Hoeveel talen kan Tom spreken?

Welche Sprachen sprichst du, Tom?

Ik leer graag oude talen.

- Ich lerne gern alte Sprachen.
- Ich lerne gerne alte Sprachen.

Tom spreekt drie buitenlandse talen.

Tom kann drei verschiedene Landessprachen sprechen.

Hoeveel talen spreek je goed?

- Wie viele Sprachen kannst du gut sprechen?
- Wie viele Sprachen können Sie gut sprechen?
- Wie viele Sprachen könnt ihr gut sprechen?

Ze kan drie talen spreken.

Sie spricht drei Sprachen.

Ik spreek geen andere talen.

Ich spreche keine anderen Sprachen.

Ik hou van Turkse talen.

Ich liebe Turksprachen.

Hoeveel talen zijn er wereldwijd?

- Wie viele Sprachen gibt es auf der Welt?
- Wie viele Sprachen gibt es weltweit?