Translation of "Ene" in German

Noch het ene, noch het andere.

Weder das Eine noch das Andere.

De ene is Japanner, de andere Italiaan.

Einer ist Japaner, der andere Italiener.

Van het ene woord kwam het andere.

Ein Wort gab das andere.

Hij moest lachen om dat ene zinnetje.

Er musste über den einen Satz lachen.

Ik vergeef het je voor deze ene keer.

Dieses eine Mal werde ich dir vergeben.

De ene is nieuw. De andere is oud.

Eines ist neu. Das Andere ist alt.

Ik verslind de ene detectiveroman na de andere.

Ich verschlinge einen Krimi nach dem anderen.

Hij maakt de ene fout na de andere.

Er macht einen Fehler nach dem anderen.

Aan de ene kant heeft het de wereld verenigd.

Auf eine Art hat es die Welt total zusammengebracht.

De ene is rood en de andere is wit.

- Der eine ist rot, der andere ist weiß.
- Einer ist rot und der andere weiß.

De ene heeft de dille, de andere de augurken.

Der eine hat den Dill, der andere die Gurken.

De ene loopt hierheen, de andere daarheen. Hier nog een.

Eine geht in diese Richtung, eine da lang, eine andere da lang.

Waarom de ene mens meer geluk heeft dan de andere

zu beobachten, wieso manche Menschen mehr Glück haben als andere,

De ene kraai pikt de andere de ogen niet uit.

Eine Krähe hackt der anderen kein Auge aus.

Wat de ene man kan bedenken, kan de ander ontdekken.

Was ein Mensch erfinden kann, kann ein anderer entdecken.

Tom werd van de ene dag op de andere rijk.

Tom wurde über Nacht reich.

- Als de ene hand de ander wast, worden ze allebei schoon.
- Als de ene hand de andere wast, dan worden ze beide schoon.

Wenn die eine Hand die andere wäscht, werden beide sauber.

Aan de ene kant hebben we instellingen en mensen met geld,

Einerseits gibt es Institutionen und Personen mit Geld.

Ik heb twee honden. De ene is wit, de andere zwart.

Ich habe zwei Hunde. Der eine ist weiß, der andere schwarz.

Zet de ene voet voor de andere, om vooruit te gaan.

Setz' einen Fuß vor den anderen, um vorwärts zu gehen.

Als de ene hand de ander wast, worden ze allebei schoon.

Wenn die eine Hand die andere wäscht, werden beide sauber.

Alle bezoekers keerden terug naar huis, de ene na de andere.

Der Besuch kehrt einer nach dem anderen heim.

De ene generatie bouwt de straat waar de volgende over reist.

Die eine Generation baut die Straße, auf der die nächste fährt.

Ik verplaatste de zee-egel van de ene tank naar de andere...

Ich bewegte den Seeigel von einem Behälter in einen anderen

Maar in ons geval had het deze ene keer echt vruchten afgeworpen.

Aber in unserem Fall hat es sich wirklich ausgezahlt.

Want het ene moment was je er en het volgende niet meer

weil du dort warst und dann nicht mehr.

We hebben twee katten; de ene is wit en de andere zwart.

Wir haben zwei Katzen; die eine ist weiß und die andere schwarz.

Het gaat bij hem het ene oor in, het andere weer uit.

Das geht bei ihm zum einen Ohr hinein und zum anderen wieder hinaus.

In de ene stad na de andere werden grote, openbare bijeenkomsten gehouden.

In einer Stadt nach der anderen wurden große öffentlichen Versammlungen abgehalten.

Hij heeft twee potloden; het ene is lang en het andere kort.

Er hat zwei Bleistifte; einer ist lang, der andere kurz.

Dat ik die twee ideeën met elkaar kan combineren tot dit ene idee.

ich kann beide Gedanken nehmen und sie in Verbindung bringen.

Hij heeft twee potloden. De ene is lang en de andere is kort.

Er hat zwei Bleistifte. Der eine ist lang, und der andere ist kurz.

Ze heeft twee katten. De ene is wit en de andere is zwart.

Sie hat zwei Katzen. Eine ist weiß, und die andere ist schwarz.

Tom heeft twee katten. De ene is wit en de andere is zwart.

Tom hat zwei Katzen. Die eine ist weiß, und die andere ist schwarz.

Boeken zijn bijen die stuifmeel van het ene naar het andere geheugen dragen.

Bücher sind Bienen, die Blütenstaub von einem Geist zum andern tragen.

Zo loopt die ene zwaar astmatische patiënt het grootste risico als je hem niet hoort.

Vielmehr sind schwere Asthmatiker am meisten gefährdet, wenn sie ruhig sind.

Tom hield een glas whiskey in zijn ene hand en een sigaret in de andere.

- Tom hielt in der einen Hand ein Glas Whiskey und in der anderen eine Zigarette.
- Tom hielt in der einen Hand ein Glas Whisky und in der anderen eine Zigarette.

En tot hun grote verbazing ontdekten ze de plek van de ene enorme zaal na de andere.

Und zu ihrer großen Überraschung entdeckten sie die Stelle einer riesigen Halle nach der anderen.

De tweeling is zo gelijkend dat het bijna onmogelijk is de ene van de andere te onderscheiden.

Die Zwillinge sehen sich so ähnlich, dass es so gut wie unmöglich ist, den einen vom anderen zu unterscheiden.

Ik heb 30 jaar nodig gehad om van de ene dag op de andere beroemd te worden.

Ich habe 30 Jahre gebraucht, um über Nacht berühmt zu werden.

Zulke zinnen verstaat een normaal mens helemaal niet. Ze gaan het ene oor in en het andere weer uit.

Solche Sätze versteht ein normaler Mensch gar nicht. Sie gehen zum einen Ohr hinein und zum anderen wieder hinaus.

Moet dit een krentenbol zijn? Je moet haast fietsen van de ene krent naar de andere, zo weinig zitten erin.

Soll das ein Rosinenbrötchen sein? Man braucht ja fast ein Fahrrad, um von der einen Rosine zur anderen zu kommen, so wenige sind da drin.

Twee kikkers zitten op de oever. Het begint te regenen. Zegt de ene: "Kom, snel het water in, anders worden we nat."

Zwei Frösche sitzen am Ufer. Es beginnt zu regnen. Sagt der eine: "Komm, schnell ins Wasser, sonst werden wir nass."

Pickpockets werken vaak twee aan twee. De ene dader loopt tegen zijn slachtoffer aan om hem te verstrooien en de andere besteelt het slachtoffer.

Taschendiebe "arbeiten" oft zu zweit. Der eine Täter rempelt sein Opfer an, um es abzulenken, der andere bestiehlt das Opfer.

De experts vroegen aan tien deelnemers een rij van vijf cijfers te onhouden die het ene na het andere in het midden van een scherm verschenen.

Die Experten baten zehn Teilnehmer, sich eine Reihe von fünf Ziffern zu merken, die nacheinander in der Mitte eines Bildschirms erschienen.

„Oké, dus gister heb ik die kerel ontmoet die ik kende van het internet.” „Die ene Tom waar je het altijd over hebt?” „Ja, die ja.” „En? Hoe was het?” „Hij was niet zo knap als ik had gehoopt.”

„Gestern habe ich mich zum ersten Mal mit einem Freund, den ich im Internet kennengelernt habe, getroffen.“ – „Ah, mit diesem Tom, von dem du immer redest?“ – „Ja, genau!“ – „Und wie war’s?“ – „So gutaussehend, wie ich erwartet hatte, war er gar nicht.“