Translation of "Afwezig" in German

Tom is afwezig.

Tom ist nicht da.

Je lijkt afwezig.

Du wirkst abwesend.

Wie is er afwezig?

Wer fehlt?

Waarom is Tom afwezig?

Warum fehlt Tom?

Hij was afwezig wegens ziekte.

Er war krankheitsbedingt abwesend.

Waarom was je gisteren afwezig?

- Warum warst du gestern nicht da?
- Warum hast du gestern gefehlt?

Is er iemand afwezig vandaag?

Fehlt heute irgendwer?

Ze is afwezig wegens ziekte.

- Sie ist wegen gesundheitlicher Gründe abwesend.
- Sie fehlt krankheitshalber.

Hoe lang was hij afwezig?

Wie lange war er abwesend?

Veel studenten waren afwezig van school.

Sehr viele Schüler fehlten in der Schule.

Vertel mij waarom hij afwezig was.

Sag mir, warum er abwesend war.

Er was geen enkele student afwezig.

Es hat kein einziger Schüler gefehlt.

Tom is vaak afwezig op school.

- Tom fehlt oft in der Schule.
- Tom fehlt oft im Unterricht.

- Tom is verdwenen.
- Tom is ongeoorloofd afwezig.

Tom fehlt unentschuldigt.

Nancy en Jane waren beiden afwezig van school.

Nancy und Jane waren beide nicht in der Schule.

Ik weet niet waarom hij vandaag afwezig is.

Ich kenne den Grund nicht, wieso er heute abwesend ist.

- Soms is hij van school afwezig.
- Soms mist hij school.

Er fehlt manchmal in der Schule.

- Morgen ben ik er niet.
- Morgen zal ik afwezig zijn.

Morgen werde ich fehlen.

- Ze is er niet omdat ze ziek is.
- Ze is afwezig wegens ziekte.

- Sie ist wegen gesundheitlicher Gründe abwesend.
- Sie fehlt krankheitshalber.