Translation of "Aangeven" in German

0.004 sec.

Examples of using "Aangeven" in a sentence and their german translations:

Je kunt me aangeven.

- Du kannst mich denunzieren.
- Du kannst mich anzeigen.

Tom wou zich komen aangeven.

- Tom wollte sich der Polizei stellen.
- Tom wollte sich stellen.

- "Kan je me de suiker aangeven?" "Hier."
- "Kan je me de suiker aangeven?" "Alsjeblieft."

„Könntest du mir den Zucker reichen?“ – „Hier, bitte!“

Kan je mij de schroevendraaier aangeven?

- Kannst du mir mal den Schraubenzieher geben?
- Könnt ihr mir mal den Schraubenzieher geben?
- Können Sie mir mal den Schraubenzieher geben?

Ik ga jou aangeven bij de politie.

- Ich werde Sie bei der Polizei melden.
- Ich werde euch bei der Polizei melden.
- Ich werde dich bei der Polizei melden.

Kunt u mij het zout even aangeven?

- Könnten Sie mir bitte das Salz reichen?
- Könntest du mir bitte das Salz reichen?

Omdat gevoelens de reikwijdte aangeven van óns gezag

Gefühle sind ja unser Kompetenzbereich

- Kunt u mij het zout even aangeven?
- Kunt u me het zout aangeven, alstublieft?
- Geef me het zout alstublieft.

- Könnten Sie mir bitte das Salz reichen?
- Könntet ihr mir bitte das Salz reichen?
- Könnten sie mir bitte das Salz geben?

Mensen die hun woede doorleven en er vorm aangeven,

Die, die Wut verarbeiten können und daraus einen Sinn herleiten,

- Kunt u mij het zout even aangeven?
- Geef me het zout alstublieft.

Könnten Sie mir bitte das Salz reichen?

Spreken , de generaals aangeven welke posities ze moesten innemen en alle harten bezielen

Männern, gab den Generälen an, welche Positionen sie einnehmen sollten, und belebte alle Herzen

Dorenda chanteert me; als ik haar mijn geheim vertel, gaat ze me niet aangeven bij de politie.

Dorenda erpresst mich; wenn ich ihr mein Geheimnis erzähle, wird sie mich nicht bei der Polizei anzeigen gehen.

- Kunt u mij het zout even aangeven?
- Geef me het zout alsjeblieft.
- Geef me even het zout door, alsjeblief.
- Geeft u me het zout door, alstublieft.
- Geef me het zout door, alstublieft.
- Kunt u me het zout aangeven, alstublieft?

- Könnten Sie mir bitte das Salz reichen?
- Könntest du mir bitte das Salz reichen?
- Können Sie mir das Salz reichen?
- Könntet ihr mir bitte das Salz reichen?
- Könnten sie mir bitte das Salz geben?

- Water kun je drinken, maar je kunt het ook laten lopen.
- Water kun je drinken, maar je kunt het ook aangeven.
- Water kun je drinken, maar je kunt er ook aan voorbijgaan.

- Man kann Wasser trinken, man kann es aber auch lassen.
- Man kann Wasser trinken, aber man kann es auch weiterreichen.