Translation of "Suiker" in German

0.013 sec.

Examples of using "Suiker" in a sentence and their german translations:

Suiker.

Zucker.

Melk? Suiker?

Milch? Zucker?

Suiker is wateroplosbaar.

Zucker ist wasserlöslich.

Suiker is zoet.

Zucker ist süß.

Is dat suiker?

Ist das Zucker?

- Hoeveel suiker heb je gekocht?
- Hoeveel suiker hebben jullie gekocht?
- Hoeveel suiker hebt u gekocht?

- Wie viel Zucker hast du gekauft?
- Wie viel Zucker habt ihr gekauft?
- Wie viel Zucker haben Sie gekauft?

We hebben geen suiker.

Wir haben keinen Zucker.

Wil je wat suiker?

Möchtest du Zucker?

Laat de suiker karamelliseren.

Lassen Sie den Zucker karamellisieren.

Ik wil geen suiker.

Ich will keinen Zucker.

Is er nog suiker?

Ist Zucker da?

Dit is geen suiker.

Das ist kein Zucker.

Mieren houden van suiker.

Ameisen fressen gerne Zucker.

Hoeveel suiker is gezond?

Wie viel Zucker ist gesund?

- Voeg je geen suiker toe?
- Doe je er geen suiker bij?

- Gibst du keinen Zucker dazu?
- Tust du keinen Zucker rein?

- Had u graag suiker en melk?
- Had je graag suiker en melk?

- Möchten Sie Zucker und Milch?
- Möchtest du Zucker und Milch?

Tom mengt bloem met suiker.

Tom vermischt Mehl mit Zucker.

Ons land produceert veel suiker.

Unser Land produziert viel Zucker.

Wilt u suiker of melk?

Möchten Sie Zucker oder Milch?

Suiker lost op in water.

Zucker löst sich in Wasser.

Er is hier geen suiker.

- Wir haben keinen Zucker.
- Es ist kein Zucker da.

We hebben geen suiker meer.

Wir haben keinen Zucker mehr.

Geef me alsjeblieft de suiker.

- Gib mir bitte den Zucker.
- Bitte reiche mir den Zucker.

Ik drink thee zonder suiker.

- Ich trinke den Tee ohne Zucker.
- Den Tee trinke ich ungesüßt.
- Ich trinke Tee ohne Zucker.

- Een koffie met koffieroom en suiker, alstublieft.
- Een koffie met koffieroom en suiker, alsjeblieft.

Einen Kaffee mit Zucker und Kaffeesahne, bitte.

- "Kan je me de suiker aangeven?" "Hier."
- "Kan je me de suiker aangeven?" "Alsjeblieft."

„Könntest du mir den Zucker reichen?“ – „Hier, bitte!“

Zij heeft suiker en zout verwisseld.

Sie hat Zucker und Salz verwechselt.

Doe je er geen suiker bij?

Tust du keinen Zucker rein?

Doe geen suiker in uw thee.

Süßen Sie Ihren Tee nicht.

Hij houdt van koffie zonder suiker.

Er hat seinen Kaffee gerne ohne Zucker.

Wij drinken onze thee met suiker.

Wir trinken unseren Tee mit Zucker.

Had u graag suiker en melk?

Möchten Sie Zucker und Milch?

Had je graag suiker en melk?

Möchtest du Zucker und Milch?

Ik doe geen suiker in mijn koffie.

- Ich tue keinen Zucker in den Kaffee.
- Ich gebe keinen Zucker in meinen Kaffee.

Ze doen zelden suiker in hun koffie.

Sie geben selten Zucker in ihren Kaffee.

Voeg een beetje suiker en room toe.

Fügen Sie ein wenig Zucker und Sahne hinzu.

Alle suiker is op de grond gevallen.

- Der ganze Zucker ist zu Boden gefallen.
- Der ganze Zucker ist auf die Erde gefallen.

U doet geen suiker in uw koffie.

- Ihr gebt keinen Zucker in euren Kaffee.
- Sie geben keinen Zucker in Ihren Kaffee.

Zij doen geen suiker in hun koffie.

Sie geben keinen Zucker in ihren Kaffee.

We doen zelden suiker in onze koffie.

Wir geben selten Zucker in unseren Kaffee.

Heb je ooit tomaten met suiker gegeten?

Hast du schon mal gezuckerte Tomaten gegessen?

Ik kan geen koffie drinken zonder suiker.

- Ich kann keinen Kaffee ohne Zucker trinken.
- Ohne Zucker kann ich keinen Kaffee trinken.
- Kaffee ohne Zucker kann ich schlechterdings nicht trinken.

Heb jij "suiker" op het boodschappenlijstje gezet?

Hast du "Zucker" in die Einkaufsliste eingetragen?

Tom drinkt zijn koffie met veel suiker.

Tom trinkt seinen Kaffee sehr süß.

Ze bracht me een kopje thee zonder suiker.

Sie brachte mir eine Tasse Tee ohne Zucker.

Zij verkopen suiker en zout in de winkel.

Sie verkaufen Zucker und Salz in dem Laden.

Tom doet bijna nooit suiker in zijn koffie.

Tom macht selten Zucker in seinen Kaffee.

Suiker lost snel op in een glaasje water.

Zucker löst sich in einem Glas Wasser schnell auf.

Ze verkopen suiker en zout in die winkel.

Sie verkaufen Zucker und Salz in dem Laden.

Tom heeft te veel suiker in mijn koffie gestopt.

Tom hat mir zu viel Zucker in den Kaffee getan.

Voeg 80 gram suiker toe en wat Grand Marnier.

Fügen Sie dann 80g Zucker und den Grand Marnier hinzu.

Ik ben niet gewend om koffie zonder suiker te drinken.

Ich bin es nicht gewohnt, Kaffee ohne Zucker zu trinken.